Pas in de tweede helft van 1960 kwam zij voor het
eerst naar Nederland. Toen opa erg ziek was, mocht ze
overkomen. Van haar orde mocht ze niet in het huis van
opa komen. Eenmaal afstand gedaan van de maat
schappij moest je je dat helemaal ontzeggen. Je mocht
dus bij niemand meer in huis, alleen maar in kloosters.
Ze mocht opa wel zien, maar alleen door het raam.
Oom Siem, oom Jan, en oom Arie Slijkerman hebben
haar toen vastgepakt en het huis in gedragen. „Ziezo,
je bent nu niet naar binnen gegaan, maar naar binnen
gesjouwd, dat heb je niet zelf gedaan". Toen was ze
binnen en moest ze binnen blijven. Ze vond dat de ooms
gelijk hadden en is op dat punt „in zonde" gaan leven.
Na dit voorval ging ze ook bij haar zusters en broers
naar binnen.
Toen opa weer opknapte, vertrok ze weer naar Indone
sië. Acht jaar later kwam ze terug naar Nederland en
verhuisde ze naar het klooster in Driebergen. Af en toe
mocht ze dan langskomen. Ze droeg altijd een habijt,
dat stond haar wel netjes. Tante zuster in
burgerkleren zou vreemd zijn geweest.
In 1987 is ze overleden.
Tante zuster is altijd erg bij de
familie betrokken geweest. Later
is mij duidelijk geworden dat ze
heel veel van al haar broers,
zusters, neven en nichten wist
uit de vele correspondentie
die zij met Nederland had.
Een vriendin van haar, die
ook in dat klooster was,
kwam uit 't Veld, zuster
Jong. Ze werkten veel
samen. Ik herinner me
tante zuster als een lieve,
hartelijke en humoris
tische vrouw.
Familie Tesselaar in Zijdewind v.l.n.r.: Aaf, Piet, zuster Gerarda,
Niek, Alie. achter: Jan (kruimel), Siem en Cor
Op de foto links zuster Gerarda in Djakarta.