De zelf ontworpen megafrees, die onder
meer werd ingezet voor de start- en lan
dingsbanen op Schiphol.
Wordt vervolgd.
Leegwater zijn kosthuis, toen hij in het huwelijk trad.
De jongste dochter Jopie was bruidsmeisje op de
huwelijksdag van Arie met zijn Trientje. De moeder van
Arie kwam ook een paar maal in het jaar bij de familie
Leegwater te gast en zo hielden ze regelmatig contact.
Nu had de strobuurt weer een nieuwe bewoner en was
een open plaats opgevuld. Als er geen werk was, dan
maakte Arie wel werk. Al gauw werd er een schuur
bijgebouwd en daar was hij aan het sleutelen met voor
een leek de onbegrijpelijkste dingen. Zo kon je, als je
goed oplette, dagelijks een zacht en monotoon prut
telend geluid waarnemen dat helemaal niet opviel. Een
lange pijp naast de schuur was de uitlaat voor de motor
die heel rustig op een grote gasgenerator liep. Deze
generator stond naast de schuur achter een paar vlier
bomen. Wat denk je? Arie was aan het olie persen van
kool- en lijnzaad. Hij stookte met de cokes die hij op
vergunning had voor het loonwerk. De oliepers had hij
zelf ontworpen en gefabriceerd en deze werd aange
dreven door een scheepsmotor. Overdag bracht hij bij
een paar bouwers de brandstof met een grote, opval
lende vrachtwagen, die hij geleend had. Dat stond dan
alvast klaar, als hij daar ging ploegen. Maar het was
wel vreemd dat het de volgende dag weg was. Dus
moest de bouwer en vooral de weermacht maar even
wachten. Bijna alles wat geteeld werd, was voor onze
vrienden uit het oosten. Maar wat niet weet, wat niet
deert, was het motto van vriend Arie. Zo hielp hij veel
mensen met brandstof voor licht en voor de kooktoe-
stellen.
Tijdens het werk was hij ook altijd met zijn gedachten
bij andere projecten, want dat kleine spitmachientje
draaide in zijn hoofd rond met grote mogelijkheden.
Toen de bevrijding er eenmaal was en we weer vol
doende benzine en olie konden verkrijgen, kwam het
vervoer en het landwerk weer terug in zijn oude re
gelmaat. Arie had met hulp van zijn vriend Hoebe een
ontwerp gemaakt voor een flinke grote freesmachine.
Het onderstel was van een luxe auto, waar de viercilin-
der benzinemotor op een uitgekiend plekje plaats
had gekregen. Het geheel stond op twee wielen en
er was schuin naar achteren een lange stang voor
de besturing en de bediening. De frees was aan de
achterkant wel een meter twintig breed en had enorme
tanden, zodat deze diep de grond in konden. Zo te
Noodwoning „De Stulpaan de Rijdersstraat 29 waar nu het huis
van de familie Weel staat.
zien leek dit grote monster op een sciencefiction-model,
zoals we het nu zouden noemen. De eerste avond, dat
er proefgedraaid werd, was een geweldige sensatie.
Achter de schuur lag een akkertje van Cees Veldman
dat toen als proefveld werd gebruikt. Een oorverdo
vend geraas verbrak de anders zo rustige avond op
de strobuurt, nadat deze helse machine was gestart.
Zeker, maar voorzichtig, werd hij in werking gezet en
Arie drukte de frees de grond in. Zijn gezicht had een
verwachtingsvolle blik, want hij was zeer nieuwsgierig
naar de uitwerking van zijn vinding. Met een enorme
kracht vlogen toen de kluiten de lucht in, meters hoog.
Er werden hele stukken grond verplaatst, zodat het wel
een hockeyveld leek te worden. Heel vlug had de gehele
buurt zich daar verzameld en de eigenaar van het ak
kertje was zeker ook al in kennis gesteld van dit wonder.
Deze goede man stond verbijsterd naar de ravage te
kijken en schudde het hoofd.
Arie ging naar hem toe en zei: „Zoals je hier ziet, frezen
we met grote vreze, net zoals deze woorden in het
testament staan."
Na deze proef moesten nog een paar dingen veranderd
worden, waaronder een beschermkap die tevens voor
het vlakken van de grond diende. Met deze machine
werd kort hierna veel werk gedaan en is de naam
Goudsblom bekend geworden in de zeer wijde omtrek.
Arie vroeg: „Wil je grof, fijn of poeier?" want ze kregen
wat ze wensten. De bollenbouwers in Breezand waren
hier heel content mee. Ook de tuinbouwers lieten hun
aardappelvelden en koolakkers door hem frezen. Als
hij veel werk had, dan kon Frans van den Hoek hem
ook vervangen om dit monster op twee wielen te be
dienen. Het is wel eens gebeurd dat er een startmotor
stuk was, dan bracht moeder Trien
dit loeizware ding achter op de fiets
heel naar de polder. Dit scheelde
dan weer zoveel tijd aan het heen en
weer rijden.