beschadigde achterblijvers vlogen zeer langzaam om
dat ze het vermogen van een of twee motoren misten.
Het gebeurde dan ook regelmatig dat zo'n laag vlie
gende achterblijver alsnog door het Duitse luchtafweer
uit de lucht werd „geplukt". Dit verhaal gaat over de
laatste vlucht van zo'n achterblijver.
Op 4 januari 1944 kregen 569 bommenwerpers van de
achtste Amerikaanse luchtmacht opdracht om naar de
Duitse havenstad Kiel te vliegen. Het was de bedoeling
om daar de onderzeeboten en de scheepswerven van
Krupp te vernietigen. Tijdens de heenvlucht hadden de
bommenwerpers weinig tegenstand van de Duitse Luft
waffe want nazi-Duitsland „liep op zijn laatste benen".
Boven hun doel was het flakvuur zeer hevig. Verschil
lende toestellen werden geraakt waarbij sommige
neerstortten. Het devies was: bombarderen en met de
grootste spoed afdraaien en zo snel mogelijk naar huis.
Onze achterblijver zocht zijn eigen weg richting huis.
Helaas zou hij nooit op zijn basis Ridgewell arriveren.
Omstreeks kwart over twee verscheen een Boeing B
17F boven de polder Heerhugowaard. Zo'n Boeing 17F
werd een vliegend fort genoemd. Het was voor die tijd
een grote machine met een spanwijdte van 31,62 me
ter. De lengte was 22,66 meter en de hoogte 5,82 me
ter. Het toestel had vier stermotoren van elk 1200 pk.
en de maximumsnelheid was 462 km. per uur op 7.600
m. hoogte. Het operationeel plafond lag op 10.850 m.
hoogte, terwijl het vliegbereik 3.200 km bedroeg. Er
waren 13 mitrailleurs van 12,7 mm. aan boord en deze
machine werd bediend door zes bemanningsleden.
Men vermoedde dat het toestel bij de kust is geraakt
door flakvuur. De piloot wist dat de oversteek naar
Engeland niet haalbaar was. Hij draaide daarom af en
zocht een geschikte plek om een noodlanding te gaan
maken of om zijn bemanning te laten springen. Hij
koos voor het laatste. Het vliegtuig werd op de automa
tische piloot gezet en de bemanning verliet het toestel.
De heer S. de Boer uit 't Veld heeft gezien dat het
toestel rondjes draaide en dat de bemanning eruit
sprong. Volgens hem gebeurde dit op paaszaterdag.
Ook de heer Frans van der Eng heeft de bemanning uit
het vliegtuig zien springen. Een van de parachutisten
kwam neer in Winkel. Een ander landde in Heerhugo-
waard-Noord en vluchtte het huis in van manufacturier
Tromp. De anderen kwamen terecht in de omgeving
van Noord-Scharwoude en Zijdewind. De para die
in Winkel landde, werd al heel snel door de Duitsers
opgepakt want zij hadden in De Weere, een gehucht
tussen Lutjewinkel en Moerbeek, een bunker. Ook de
anderen werden gearresteerd.
Het toestel was nog steeds in de lucht. Waar zou het
neerkomen? Er was paniek in Oudkarspel: men dacht
dat het op de kerk zou storten. De machine draaide
echter weer om. Op de spoorbaan naar de veiling
van Noord-Scharwoude stond een goederentrein die
geladen was met aardappelen en als bestemming
Duitsland had. De trein werd beveiligd door luchtaf
weer op twee wagons. De Duitse kanonniers vuurden
als gekken op het lege toestel. Doorzeefd stortte de
achterblijver in een fruittuin aan de Provincialeweg
en aan de Laanderweg tussen Noord-Scharwoude en
Nieuwe Niedorp neer. Het toestel vernielde de hele
boomgaard op een na. Deze perenboom staat er nu
nog. Na de oorlog is bij de plek, waar het vliegtuig was
neergestort, een huis gebouwd. Tijdens de crash is een
van de wielen van het landingsgestel over de Provin-
cialeweg gevlogen, ging dwars door het dak van een
schuurtje en kwam daarna in de sloot achter het huis
terecht. Dat schuurtje staat er nu nog. De heer Gerard
Groen woonde vlak bij de plaats waar het vliegtuig
terechtkwam. Hij kan zich nog herinneren dat hij snoep
uit het wrak wilde halen, maar hij werd door de Duit
sers tegengehouden.
Het vliegtuigwrak werd gesloopt en daarna afgevoerd.
Alle bemanningsleden werden gevangen genomen en
overleefden de oorlog.
Midden voor het huis staat nog de perenboom, waar de kop van
het vliegtuig tegenaan lag.
Een wiel van het landingsgestel ging dwars door het dak van hett
schuurtje, dat op de plek van de garage stond.