Herman Hartman van der Woude,
sloper van de Zijdewindse kerk in 1649
Het is ai weer zes jaar geleden dat we in de 4e uitgave van „'t is mooi weest" hebben geschreven over de
bouw van een katholieke kerk in Zijdewind. Direct na het verdrag van Münster op 15 mei 1648 is pastoor
Cleerbesem met hulp van parochianen ermee begonnen. Al snel daarna kreeg hij te horen dat Jacobus de
la Torre, titulair bisschop van Efese, op 23 augustus 1649 langs zou komen om het vormsel toe te dienen.
Een week eerder had hij hetzelfde ook al in Zevenhoven in Zuid-Holland gedaan. Deze plechtigheid aldaar
verliep ongestoord.
Dat het vormen in Zijdewind niet zo rustig verliep, lag
voornamelijk aan de „hoofdofficier van de Nieuwdoper
Cogge" Herman Hartman van der Woude. Toen hij
ontdekte wat er in zijn gezagsgebied stond te gebeu
ren, wilde hij de van kracht zijnde verordeningen
toepassen. Schout Herman van der Woude, hoofd van
de politie en dijkgraaf, Hendrick Schoenmaker, burge
meester van Oude Niedorp, Cornelis Kistemaker,
burgemeester van Nieuwe Niedorp en een aantal
schepenen zijn op hun paarden gesprongen om de
bisschop tegen te houden. Toen de enthousiaste
wetsdienaren ter plaatse kwamen, vonden ze de
bisschop niet omdat hij door middel van „neusdoecken"
was gewaarschuwd en op tijd was gevlucht. De
Niedorpse schout en zijn helpers waren niet bepaald
vriendelijk door de aanwezigen ontvangen. Zij mochten
blij zijn dat zij niet meer hadden opgelopen dan een
paar slagen en stompen. Tijdens hun aftocht riep het
volk tegen hen: „Alle officieren laten 't toe, ghy alleen
maeckt ons het spul, ghy zijt een geweldenaer, een
vredebreucker, beloven u het sal komen ter ooren
vanden Koninck van Spangien."
Wie was deze „vredebreker", deze schout uit Nieuwe
Niedorp? Hoe kwam het dat deze officier zo fanatiek in
Zijdewind het vormselfeest wilde tegenhouden? Tijdens
het onderzoek naar het verhaal over de Zijdewindse
kerk van 1648/1649 hebben onder meer deze vragen
mij geïntrigeerd. Mijn belangstelling voor deze man
Herman Hartman van der Woude werd aangewakkerd
toen ik ontdekte dat hij en zijn kinderen van plan waren
geweest om in Zuid-Amerika een kolonie te beginnen.
Dankzij internet en de bibliotheek heb ik de volgende
gegevens over deze interessante man verzameld.
Herman werd op 25 juli 1621 in het Munnikenland
geboren. Dit land van monniken ligt ten zuiden van de
Waal tussen slot Loevestein en Brakel. In dit gebied
vinden we nu nog namen van straten die verwijzen naar
het bezit van de monniken: de Munnikenlandse
Kaveling, het gedeelte van de monniken, en de
Munnikenlandse Waalkade. Is de antipathie, die
Herman tegen katholieken had, hier ontstaan? Het
gezin bewoonde daar een hofstede, een grote boerderij.
Zowel zijn vader als zijn grootvader waren schout, wa
ren dus dijkgraaf en hoofdofficier van de politie. Omdat
een oudere broer het ambt van zijn vader overnam,
besloten Herman
en zijn broer Adri-
aen hun geluk in
Noord-Holland te
zoeken. Adriaen
schopte het tot
notaris.
Herman, nog
maar 25 jaar oud,
werd in 1646
hoofdofficier en
dijkgraaf van de
Niedorperkogge.
Hij was de hoog-
Wapen Niedorper Kogge
ste rechterlijke
ambtenaar en dus verantwoordelijk voor de rechtspraak
in Nieuwe Niedorp, Oude Niedorp en Winkel. Ook was
hij belast met de zorg voor het onderhoud aan de dijken
en voor het op de juiste hoogte houden van het water
peil.
Een deel van de kaart tussen Slot Loevestein en Brakel, waar
Herman is geboren
Munnikenlandse
Kaveling