Meijert Jan 1889-1966
Meijert Jan Wijn
3. Meijert Simon 1929
4. Meijert Jan 1931
5. Trijntje 1931
6. Neeltje 1934-1975
XI-1 Jan Wijn
geb. 1928
1. Silvia 1958
Meijert Simon 1929
Meijert Jan 1931
Agaath 1927
Jan 1928
onderwijzer
geb. in 1889, overl. in 1966
geh. met Neeltje Kooij
geb. in 1898, overl. in 1973
Kinderen:
1. Agaath 1927
2. Jan 1928
Neeltje Kooij 1898-1973
volgt XI-1
volgt XI-2
volgt XI-3
geh. met Nel Ursem
Kinderen: geen
XI-2 Meijert Simon Wijn
geb. in 1929
Kinderen:
1. Meijert Jan 1965
XI-3 Meijert Jan Wijn
geb. in 1931
geh. met Sillie de Koning
Kinderen:
2. Merina 1960
3. Linda 1962
4. Michel Jan Peter 1965
Na het overlijden van Cornelis diende zijn vrouw een
verzoek in bij het hoogheemraadschap om als molenaar
op de molen te mogen blijven. Dit werd toegestaan mits
zij haar zoon Jacob (1691-1771) als knecht in dienst
nam. Na het overlijden van zijn moeder werd hij de
baas op de molen en bleef dit tot zijn dood in
1771. Omdat zijn zoon Cornelis niets voelde voor het
molenaarsvak, hield de traditie in die tak van de
Wijnen op.
Trijntje 1931
Neeltje 1934-1975
Sybrand daarentegen werd in 1765 opgevolgd door
zoon Jan (1725-1806), die gehuwd was met molenaars
dochter Geurtje Claes Hartenberg. De kinderen kregen
het vak van molenaar van huis uit dus mee, maar alleen
Jacob (1752-1833) is enige jaren molenaar geweest in
een molen ten noorden van Oterleek. Hij werd later tim
merman en verhuisde in 1785 naar Obdam. De andere
zoons werden of boer of onderwijzer. Zijn schoonzoon
Gerrit Schuurman, die gehuwd was met de jongste
dochter Geertje, heeft de molen overgenomen na de
terugtreding van Jan in 1804. Gerrit en Geertje bleven
kinderloos, waardoor de molen in andere handen kwam.
Dat betekende het einde voor de Wijnen als molenaar in
Heerhugowaard.