kant op. Gelijk had die knul een loei onder zijn achter
ste! Met lood in mijn schoenen ben ik naar zijn ouders
gegaan. Reactie: „Goed gedaan, zal het wel verdiend
hebben". Nooit geen last meer van hem gehad.
Nog een jongen waar ik geen vat op had: „Jongens,
aankleden!" Hij bleef in bad. Gevolg: twee vingers
boven water: z'n hobby! Daarna waren we beste
maatjes.
In de loop der jaren heb ik van verschillende jongens
gehoord: „Wat was dat kamp prachtig! Wat hebben
we toen genoten!" Achteraf denk je: „Zo slecht
hebben we het nog niet gedaan."
Jan van Diepen.
We hadden verschillende groepen. De jongsten
werden geleid door de dames. De oudere groepen
door leiders. Elke groep had twee leiders.
Ze hadden een aparte avond of vooravond per
week. Dan werden er spelletjes en wedstrijden
gehouden of deden we handenarbeid. We
hadden veel gereedschap voor het figuurza
gen. We maakten onder andere vogelhokjes,
dienbladen met een rand van pitriet en zo
meer. Ook werkten we met klei. Als dat droog
was werd het geschilderd. Verder gingen we
eens per jaar een week op kamp.
Rechts boven:
1956 h. mis te Blaricum met pater Demmers,
Sjaak Schouten, Mathé Broersen, Frans Bakker,
Gerard Jong, Jan Veldman, G. Goudsblom,
Jan Beemsterboer, Theo Ursem en Jan v.d. Gulik.
Rechts onder:
een jaarlijks terugkerend evenement. Op 11 november
ging Theo Tesselaar als Sint Maarten te paard met
leiders en leidsters collecterend door het dorp om geld
op te halen voor het kamp.
Links boven:
v.l.n.r. boven: Gies van Waesberghe, Theo Slippens,
Theo Tesselaar te paard, Herman Bierman, Tinus Bos,
Nel Wijnker.
Onder: Annie Koenis, Miep Jong, Joop van Diepen,
Wim v.d. Wiel, Lien Keesom, Tiny Stadegaard,
Vronie Jong.
Links onder:
1959 voor de tent te Blaricum. V.l.n.r. Th. Ursem,
G. Goudsblom, P. Broersen, G. Jong,
J. Beemsterboer, Jan Veldman en M. Broersen