er duim en vieren of duim en zessen gebruikt zijn. Bras uit Schagen bracht zand en grind. Een schip haalde bij de Hoogovens de zakken cement op en meerde bij Verlaat af. Zakken cement hadden in die tijd nog een gewicht van 50 kg. De heer Brand wist ons te vertellen dat een zak cement in die tijd f 1,50 kostte. De heer Cor Butter uit Lutjewinkel haalde daar met zijn Bedford het cement op en reed het naar de goede plek. Er werd een grote werkbank neergezet zodat de ijzervlechters aan de gang konden. De vlechters Van Wieren en Lanting uit Drente hebben veel werk voor aannemer Brand gedaan. Zij kwamen vanuit Alkmaar op het werk met een klein DKW-tje, zo wist hij zich nog te herinneren. Zij vroegen 2,5 cent per kg. ijzer voor het buigen, voor het vlechten van o.a. kooien en voor het aanbrengen. De heer Brand benadrukte dat de ijzervlechters geweldig werk verrichtten. Zij bogen met zogenaamde plooiijzers volgens een door de directie geleverde buigstaat honderden staven met een dikte van 8 tot 32 mm. precies op maat en verwerkten die later tot een kooi. Deze mensen waren zeker specialis ten. Eerst werd de bekisting voor de twee landhoofden ter plekke gemaakt. We moeten wel bedenken dat er in die tijd geen kraan was. Alles werd met het handje, met de kruiwagen en met de kromme rug verplaatst. Op de bijgeplaatste foto is duidelijk te zien dat de bekisting van een landhoofd al een enorm bouwwerk was. Een landhoofd bestaat uit stootplaten en vleugelwan- den. Zo'n landhoofd is een betonnen steunpunt waar de brug, die later wordt gemaakt, op rust. Uiteindelijk wordt het een omgekeerde, lege doos met twee vleugelwan- den voor de oprit. Door de bekisting werden er gaten geboord om verbin dingsbouten aan te brengen. Deze gaten werden met een avegaar geboord. Dat is een lange boor van ongeveer 60 cm. en zonodig werd er een stuk tussenge- last om hem nog langer te maken. Aan het eind was er een oog waar een klos doorheen ging om het draaien makkelijker te maken. Als de bekisting klaar was en het ijzerwerk op zijn plaats lag, kon men gaan betonnen. Normaal werkte men met vijf of zes man personeel maar bij het beton storten waren dat er meer. Er werd 's nachts om drie uur begonnen en als niets tegenzat, was men 's mid dags om drie uur klaar. Als de werklui in het donker moesten beginnen, werd als verlichting een carbidgas- installatie gebruikt. Ook de smeden hadden in die tijd zo'n installatie maar die gebruikten het om te lassen. De open vlam van ongeveer 50 cm. verlichtte het hele terrein. Er werd gebruik gemaakt van een betonmolen en een eigen gemaakte toren om het beton omhoog te krijgen. Tussen vier geleiders van meer dan tien meter lengte hing een stortbak van 60 bij 60 bij 15 cm. Een motor trok de bak met een kabel omhoog. Als die bak Pi Het storten van beton. Rechts de zakken cement van 50 kg. op hoogte was, kon de machinist dat zien aan een touwtje dat om de kabel was geknoopt. Dan trok men aan een klep en de beton stroomde via een goot naar de goede plek. Dagelijks was er altijd al een opzichter om toezicht op het werk te houden maar bij het storten kwam er een bij. Aannemer Brand wist zich nog twee namen van opzichters te herinneren: Krijnse en Lokker. Samen controleerden ze of de dekking van het ijzer werk wel minstens drie cm. was. Onder water moest dat zelfs vijf cm. zijn. Onder dekking verstaan we de afstand tussen het ijzerwerk en de buitenkant van het beton. De dekking bij deze bruggen was ruim vol doende want nu nog is er nergens betonrot te zien. Dat komt ook doordat de opzichter erop stond dat het knipverlies, de afgeknipte ijzerdraadjes, met een mag neet uit de bekisting werd gehaald. Een van de hoofd opzichters met de naam De Graaf kwam uit Haarlem en nam alle dagen zijn fiets in de trein mee. Vanaf het station Noord-Scharwoude of Schagen reed hij dan op zijn fiets naar het werk. Volgens de heer Brand was een landhoofd 10 meter lang, 6 meter hoog en zo'n 30 cm. dik en was er zo'n 100 kubieke meter beton nodig. Men had voor een kubieke meter beton nodig 800 liter grind, 600 liter zand en ruim 6 zakken cement van 50 kg. en dat werd dus in die tijd zonder veel hulpmiddelen verwerkt. Om de verhouding van het beton precies vast te stellen, werd het aangevoerde zand en grind door de opzichter op korrelgrootte gezeefd en werden deze hoeveelheden over de kruiwagens verdeeld. Daarna werden met

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2007 | | pagina 6