het water. De aannemer zelf vervoerde veel met zijn
handwagen en ook Piet Takken bracht wel eens een
vrachtje met zijn paard en wagen. Jan had Geertje
Dekker, de gelukkige bruid, in het verderop gelegen
dorp Waarland opgeduikeld. Hoe dit is gegaan en waar
hij haar tegen het lijf liep, is mij niet verteld. Wel hoorde
ik dat de Jansens land van Andries Dekker uit Waarland
erbij huurden en dat zij dat later kochten.
Zo heeft Jan vermoedelijk al eerder tijdens de jaarlijkse
huurbetaling een oogje op Geertje gehad. Of dit zo
maar voetstoots is gegaan, is bijna niet te geloven,
omdat er toen nog altijd een strijd tussen 't Veld en
Waarland was. Denk nu niet: hoe krijgt een mens het
in zijn hoofd om in zo'n uithoek zonder licht en water,
ver van kerk en school te gaan wonen. Deze gedachte
had men toen nog niet, want ergens anders waren
deze dingen ook niet aanwezig. Zo waren in Waarland
geen water en ook geen elektrisch licht. Geertje was
een lieve en ook een zeer gelovige vrouw. Zij heeft haar
man elf kinderen geschonken: vijf meisjes en zes
jongens.
Vader Pieter en moeder Ma hadden het best naar hun
zin. De kerk en de winkels waren dichtbij en ook gezel
schap van andere bewoners. Toch woonde ieder op
zichzelf in een eigen huisje. Het was wel vreemd zo'n
grote kamer en keuken en het was ook nog zo hoog.
Je moest boven op de tafel gaan staan om de zolder te
raken. Toch wende het al gauw. Jammer genoeg raakte
Pieter aan de sukkel en gelukkig voor hem kreeg hij een
kort ziekbed. Kort hierna is moeder Ma bij haar dochter
Dirkje ingetrokken. Gert Bruin had al aan zien komen
dat moeder niet alleen kon blijven zitten. De verhui
zing vond zonder veel moeilijkheden plaats want de te
overbruggen afstand bedroeg maar een kleine honderd
meter. Haar nieuwe huis stond toen op de plaats waar
nu schildersbedrijf Groen is gevestigd. Gert was een
goedig mannetje en kon het altijd goed hebben met zijn
schoonmoeder. Zo was opie Jansen nog verscheidene
jaren bij hen over huis. Zij is 86 jaar geworden en over
leed in 1936.
Als we het nu hebben over vader Jan en moeder
Geertje, dan zijn we dus weer een generatie verder. In
Lutjewinkel begon men in 2006 met de tweede bouw
van een nieuwe melkfabriek. Ook Jan zag er vroeger
wel handel in. Met mooi weer verkocht hij daar karne
melk aan de bouwvakarbeiders die toen voor de eerste
keer een melkfabriek bouwden. Hij deed dat heel slim
via de keetjuffrouw. Zodoende kon hij ook wel eens wat
extra's leveren en als hij karnemelk tekort kwam, dan
ging hij naar de melkfabriek in de Moerbeek, want het
gebeurde wel eens dat Zomerdijk in 't Veld niet vol
doende had. Dit venten heeft Jan ook gedaan tijdens
de bouw van de betonnen bruggen die gebouwd werden
voordat het kanaal werd gegraven. Zo is hij vermoe
delijk aan de naam Jan Jansen de karnemelkboer geko
men. De handel in zuivelproducten werd steeds uitge-
Jan Jansen ventend met zijn paard en wagen
breider. Bovendien werd zijn ventwijk al groter.
De nieuwe fabriek in Lutjewinkel maakte ook flessen
pap in allerlei soorten, dus had onze melkman steeds
meer aan te bieden. Na de heilige mis op zondag werd
er meestal op het kerkplein een praatje gemaakt en
ook contact gelegd voor nieuwe klanten. Jan was een
zeer rustig en betrouwbaar figuur en was in de wijde
omtrek bekend. Zo had hij een groot vertrouwen
gekregen met zijn handel. Aan huis verkocht hij ook wat
noodzakelijke kruideniersartikelen, waar de gehele buurt
zijn profijt van had.
Het gezin van Jan en Geertje werd in de loop van de
jaren ook uitgebreid. Zo werden er elf kinderen geboren:
zes jongens en vijf meisjes, hetgeen een grote zegen
voor het gezin was. Allen waren gezond op de wereld
gekomen, maar u begrijpt dat moeder Geertje haar
handen vol had. En u moet niet denken dat het in dit
gezin altijd rozengeur en maneschijn was, want ook hier
was het wel eens een kruisje. Veel kinderen, dus veel
zorgen en ziek en zeer gingen hier de deur niet voorbij.
Vader Jan heeft ontzettend lang gesukkeld met aange-
zichtspijnen en de mensen die dit wisten, zagen het als
hij zijn halve hoofd in het verband had, maar aan zijn
vriendelijke humeur konden zij het niet merken. Hij bleef
altijd dezelfde.