Links van het huis bij de keuken stond een houten
schuur. Aan de rechterkant van het huis had men al
een fundering aangebracht. Op 11 maart 1958, toen
er nog sneeuw lag en het nog vroor, werd de boet op
ronde bielzen en met takels aan de bomen met behulp
van een tractor naar de andere kant gerold. Joop Wit
(Bart genoemd) en Joop Smit hielpen bij deze klus. De
volgende dag „rolde ik om!" Annemiek werd acht we
ken te vroeg geboren. Ze woog krap vijf pond. Jan ging
die morgen met zijn melkkar om een couveuse bij het
Wit-Gele-Kruis. Hij kwam mijn vader tegen en vertelde
hem dat hij vader was geworden. Vader Huiberts kwam
tijdens de verbouwing altijd liftend uit
Schagen. Die ochtend ging hij weer
terug om zijn vrouw te halen
en om zijn knappe pak
aan te trekken. Zo
kwamen zij op
kraamvisite. An
nemiek lag in
de couveuse
met warme
kruiken en
als die koud
werden, had
ze „onder-
temperatuur".
We hebben
toen een
biggenlamp
eronder geplaatst
waardoor haar
temperatuur weer
goed werd. Tijdens de
Zijdewinder kermis was
ik in de bediening in Landmans
Welvaren bij tante Nel. Annemiek kreeg nog
borstvoeding en lag daarom in de bedstee van buur
man Kees Tesselaar. Het jaar daarna lag Marijke in de
bedstee en het volgende jaar Elly. Hierna ben ik gestopt
met bedienen want Carla, Koos, Kees en Irene werden
geboren. Zo waren er steeds meer mondjes die gevoed
moesten worden. Ik naaide zelf veel kleding voor de
kinderen en voor mezelf. Ook 's avonds was ik vaak aan
het naaien. Jan zei dan wel eens: „Kom nou maar eens
achter dat orgel vandaan!"
bedrijf F. de Jong bouwde deze stal. Tijdens de bouw
was het in ons keukentje met koffietijd vaak heel gezel
lig, vooral toen de vlag in top ging omdat het hoogste
punt was bereikt. Ook tijdens de verbouwing van het
„achterom", waar Joop en Arie van der Stoop daar
koestallen plaatsten, was het altijd gezellig. Het bleef
niet altijd alleen bij koffie. Er kwam ook wel eens een
biertje op tafel. Na de kermis kwamen er veel mensen
in ons keukentje om er koffie te drinken. Het was soms
zo propvol dat ze op de grond en op de pedaalemmer
zaten. Die vertoonde naderhand een flinke deuk maar
dat mocht de pret niet drukken. Dit was even een tus
sendoortje over de keuken. Ik ga nu
weer verder met de varkensstal.
Gedurende de eerste tijd
hielp Marijke Jan in de
varkensstal. Later
deden dat Koos en
Kees.
Annemiek had op een gegeven moment haar mavo
diploma gehaald. Omdat ze erg goed in sport was,
kreeg ze het advies Cios. Maar aan dat kostenplaatje
zat een praatje, want waar vandaan moesten we
daarvoor geld halen? Ik zocht een uitweg en klopte
aan bij Thijs Hoebe van de St. Vincentius en bij de
gemeente. Van beide kregen we een bijdrage.
Bij de bakker en de kruidenier hadden we nooit schul
den. Wel moest bij de L.T.B. nog de kunstmest van
het afgelopen jaar betaald worden. Er moest wat
gebeuren om meer inkomen te verkrijgen. Jan de Dood
van de L.T.B. adviseerde ons om een mestvarkensstal
te plaatsen. Die kwam uiteindelijk tot stand met veel
„spul en moeite". We planden een stal voor 200 slacht-
varkens. Coveco werd de afnemer. We moesten
zodoende weer naar de bank voor een hypotheek. Daar
vonden zij dat we het wel heel groot hadden opgezet.
Later bleek dat de stal groter had moeten zijn. Bouw-
Toen kwam de ruilverkaveling. Dat werd voor ons een
ommekeer in ons leven. Al voordat we aan de beurt
waren bij de verkaveling, ging Jan te werk bij bouwbe
drijf F. de Jong. Toen hadden we ook nog koeien. Jan
melkte ze nog voordat hij naar zijn werk ging. Ik moest
de melk afvoeren en 's morgens ook de varkens
voeren. Nu kwam Jan met een loonzakje thuis. Boven
dien kregen we meer kinderbijslag want vroeger kreeg
een zelfstandige geen kinderbijslag voor de eerste drie
kinderen. Nu konden we wat ruimer ademhalen, wat
ruimer leven.
De kinderen van
Jan en Truus Ligthart
zijn allemaal geboren
in de boerderij.
V.l.n.r: Annemiek, Marijke,
Elly, Carla, Koos, Kees, Irene.