Dit was zo'n Messerschmitt ME
110„Casar-Marie" met aan de
stuurknuppel de 22-jarige Oos
tenrijkse prins, luitenant Prinz
Egmont zur Lippe-Weissenfeld.
De piloot kreeg van het radarpeilstation Hering, dat nabij
Medemblik was gebouwd, het bericht door dat een aan
geschoten thuisvlieger boven Alkmaar richting de Noord
zee vloog. Met vol vermogen ging de jager op zoek naar
zijn slachtoffer. Net
boven zee aangeko
men, zag Zur Lippe
het zwarte silhouet van
de Wellington T 2990.
Hij zette onmiddellijk
de aanval in.
De tactiek was
eenvoudig. De bom
menwerper werd van
achteren benaderd.
De jager ging eronder
hangen en vuurde zijn
kogels af in de romp
en in de motoren.
Daarna draaide hij
weg. In de bommen
werper brak onmid
dellijk brand uit. Piloot
Bufka wist dat zijn
toestel verloren was.
Hij maakte een bocht
richting land want uit
het vliegtuig springen
was voor de bemanning de enige kans om te overleven.
Door de hoge valsnelheid was dat echter niet mogelijk.
Het was de laatste vlucht van Bufka en zijn bemanning.
Op 23 juni om 2.13 uur sloeg het toestel te pletter in
de polder. Met het neerhalen van dit vliegtuig behaalde
Zur Lippe zijn achtste nacht overwinning.
In totaal zou hij 51 keer een vijandelijk toestel neerschie
ten. Hij overleefde de oorlog echter niet want hij ver
ongelukte samen met zijn marconist en schutter Josef
Renette in de Belgische Ardennen bij het plaatsje St.
Hubert. Beiden werden begraven op het Duitse oorlogs
kerkhof te IJsselsteyn in Limburg.