Crash vliegtuig
Dit is zo'n
Vickers Welling
ton waarin piloot
Bufka
zijn missie
uitvoerde.
De vlucht vanaf de basis East Wretham verliep vlek
keloos. De toestellen vlogen in formatie boven de
Waddeneilanden. Daar vond de splitsing plaats. Een
deel zou Hamburg aanvallen en de andere hadden
Bremen als doelwit. Om ongeveer 1.20 uur gaf piloot
Bufka het commando „bommenluiken open" en even
later klonk door de intercom „los". Tijdens het bombar
dement werden de vliegtuigen onophoudelijk door het
flak onder vuur genomen. Diverse toestellen werden
getroffen, sommige dodelijk en die stortten neer terwijl
de bemanning werd meegesleurd in een dodelijke val.
Zo werd ook de Vickers Wellington T 2990 getroffen,
maar de schade leek mee te vallen. De motoren gaven
nog steeds het volle vermogen. Piloot Bufka duwde
de gashandels naar het maximum om zo snel mogelijk
naar huis te vliegen. Hij draaide af richting de Noord
Hollandse kust om zo de oversteek naar de basis te
maken. De bemanning wist dat er nog een gevaar was,
namelijk de Duitse nachtjagers die gestationeerd waren
op het vliegveld Bergen bij Alkmaar en op het vliegveld
van Leeuwarden. En het gevaar kwam. Vanaf vliegveld
Bergen was inmiddels een Duitse nachtjager opgeste
gen. Het was de Messerschmitt ME 110 „Casar-Marie"
met aan de stuurknuppel de 22-jarige luitenant Prinz
Egmont zur Lippe-Weissenfeld, een Oostenrijkse prins,
en Josef Renette was marconist en boordschutter. De
Messerschmitt ME 110 had twee vloeistof gekoelde
motoren van Daimler-Benz met een vermogen van
elk 1.100 pk.; de bewapening bestond uit twee kanon
nen van 20 mm. en vier mitrailleurs in de neus. In het
achterste gedeelte van de cockpit waren twee beweeg
bare mitrailleurs aangebracht voor de verdediging naar
achteren.
Een Vickers Wellington stort neer in de
Kostverlorenpolder in de nacht van
22 op 23 juni 1941 om 2.13 uur.
Inde loop van het eerste
oorlogsjaar begon
de luchtoorlog tegen
Nazi-Duitsland grotere
vormen aan te nemen.
Grote steden in Duitsland
werden het doelwit van zwa
re bombardementen die door de
Royal Air Force werden uitgevoerd
De RAF nam de nachtbombarde
menten voor haar rekening en
de Amerikanen de dagvluch
ten. 's Nachts was het zeer
risicovol doordat de Duit
sers een enorm arsenaal
aan luchtafweer hadden opgesteld. Dit
noemde men Flak. Dat was een afkorting van het Duitse
woord voor luchtafweergeschut: Fliegerabwehrkanone.
Ter ondersteuning hadden de nazi's een sterke lucht
vloot van jagers, zoals Messerschmitts, Fokke Wulfs en
Heinkels. In de lucht waren de Duitsers heer en meester
en daarom viel de RAF de Duitse zware industrie aan.
In juni 1941 had de RAF een luchtaanval gepland op
Hamburg en Bremen. Tijdens de „briefing" besprak men
de opdracht om de havens en de industrie aldaar te
vernietigen. Dat het geen eenvoudige klus was, wisten
de bemanningen van de bommenwerpers maar al te
goed. Op 22 juni 1941 moest het gebeuren.
's Avonds vertrokken tientallen bommenwerpers van
hun Engelse basis East Wretham om in Duitsland hun
doelen te gaan bestoken. Onder de luchtvloot van de
RAF was ook een Tsjechisch squadron actief. Een van
de vliegtuigen was de Vickers Wellington T 2990 met
een zeskoppige bemanning, te weten sergeant F. Bufka,
Jan Hejna, Vilem Konstacky, Alois Rozum, Leonhard
Smercek en Karel Valach. Dit type vliegtuig was voor die
tijd een zeer goed en betrouwbaar toestel. Het was ook
zwaar bewapend.
Hieronder volgen enkele technische gegevens van het
toestel.
Fabrikant: Vickers; de lengte: 19,68 meter; de hoogte:
5,17 meter; gewicht leeg: 11.940 kg.; gewicht geladen:
16.556 kg.; 2 motoren vloeistof gekoeld met elk een
vermogen van 1675 pk.; snelheid geladen maximaal
410 km. per uur; bereik 3.540 km.; bomlading: 2.014 kg.;
6 bemanningsleden, te weten: een piloot, een radio-ope
rator, een waarnemer en drie boordschutters.