Voor mij was Texel ook een goed werkgebied. Van
1947 1960 heb ik viijftig reizen gemaakt, omdat de
meeste Langedijker schippers er niet naar toe gingen.
In 1955 heb ik nog plannen gehad om een kustvaartuig
te laten bouwen, samen met de fa. Eecen. We hebben
de tekening laten maken door bureau P. In 't Veld in
Delft. Vanwege de hoge bouwkosten is dat echter niet
doorgegaan. Ik had al een kapitein, Dick Peetoom uit
Langedijk. Hij was kapitein bij Nievelt en Goudriaan in
Rotterdam. Hij heeft de tekening van mij gekregen,
maar omdat de bouw niet doorging is de tekening
weggeraakt. De kosten waren f 960,74. Die kosten zijn
samen met de fa. Eecen geregeld. In december 1955
heb ik toch nog na vier jaar een bedrag van f 8.090,95
voor de Lichtstraal gevangen. De rijke tante kwam
eindelijk over de brug!
Belevenissen op de Zeeuwse stromen en
de Schelde
Ik heb wel wat meegemaakt in de jaren dat ik regelmatig
op de Zeeuwse wateren en de Schelde voer. In 1947
had ik een vracht aardappelen geladen in Walsoorden,
dit is een tijhaven. Ik moest voor laag water de haven
uit. Het was prachtig weer. Ik had het schip nog niet met
kleden dichtgemaakt, omdat het maar een uur varen
is naar Hansweert. Daar moet je door de sluis en heb
je alle tijd om het schip dicht te maken. Maar ik vaar
net midden op de Schelde toen er een grote zeeboot
tegemoet voer, die zoveel golfslag maakte dat het water
het ruim inliep waar de aardappelen in lagen. Daarna
zorgde ik er wel voor dat op de Schelde de kleden dicht
waren.
Het werk op België werd steeds minder. Texel ging nog
goed, dat jaar deed ik nog dertien reizen. Ook de
houtvaart voor de fa. Eecen liep nog goed. Ik zag in
Purmerend een mooie motordekschuit „Time is Money"
liggen. Die heb ik toen gekocht voor f 7.500,- en ik
ging ermee hout varen voor de fa. Eecen. Het was een
prachtschip. Jacob en Piet van broer Dirk gingen ermee
varen, later ook neef Dirk van de Margaretha, Dirk
heeft nog een ophaalbrug voor de fa. Kramer uit Drente
gehaald. De fa. Kramer kreeg een brug over de Prinsen
gracht om met een auto op het terrein te komen. Ik heb
ook nog een vracht zuurkool geladen voor de
fa. Dam. Doordat het exportwerk op Langedijk steeds
meer overging op wegtransport, moest ik wat anders
zoeken. Een groter schip en dan over de Beurs varen.
Maar dan moest je aan boord wonen, want je moest
overal heen varen en weer wachten op een terugvracht.
Daar was mijn gezin te groot voor.
In 1950 ging ik een keer de Schelde op. Je moet dan
op de lichten varen. Omdat ik er vaak kwam, kon ik dat.
Maar deze keer was er een licht uit. Ik wist wel waar dat
licht moest staan maar zat er jammer genoeg net achter.
Ik liep er aan de grond met vallend water; het schip bleef
op het schroefraam zitten. De kop van het schip zakte,
dus dat zag er niet best uit. Jan Bruin van de Zilvervos
was mee en hij zei: „Straks verzuipen we hier nog,
hadden we nou maar geen spek gegeten". Het was nl.
vrijdag. Met het opkomen van het water kwam het schip
weer vlot. Je bent zo wel de hele nacht in touw.
In 1952 ging ik een keer met neef Jan 's nachts van
Dordrecht af om een dag in te halen, want over de
Schelde konden we alleen met hoog water. Je bent dan
met laag water in Wemeldinge, naar Hansweert uitkla
ren en dan weer voor stroom naar Antwerpen. Het
was die avond geen mooi weer, maar we hadden het
De Vos met aan het roer
J. Droog sr. ligt in de
ringsloot in Zijdewind.
Op de achtergrond v.l.n.r.
de boerderij en het win
keltje van krengenslager
Baars, die stonden op
de plek waar nu het huis
staat waarin Jan Willem
Droog woont. Er achter
staat de ook inmiddels
afgebroken woning van
Joost en Riet Groen. Het
lange dak is van de toen
malige kaasfabriek Het
Klaverblad, nu bewoond
door het gezin van
Quirien en Petra Kramer.
Daar weer achter de sla
gerij van Klaver waar nu
Eric en Monique Burger
en hun kinderen wonen.
Uiterst rechts is nog net
het cachot te zien.