Het moet in het voorjaar van 1998 geweest zijn toen
een van de grote nutsbedrijven het noodzakelijk vond
om een nieuwe leiding aan te leggen tussen een mij
onbekende plaats en Den Oever. Nu is het in het
belang van iedereen dat de aanvoer van schoon water
niet stagneert. Dat kan ik wel billijken. Zo'n waterlei
ding moet er in het belang van iedere verbruiker van
schoon drinkwater natuurlijk hoe dan ook komen, maar
moet dat nu precies dwars door de fundatie van het
oude klooster die aan de rand van de Tjaddingvenne
heeft gestaan. Een kaart uit 1650 geeft toch duidelijk
aan dat er achter de plaats waar zich nu de garage van
Stoop en Kruijer aan de Provincialeweg bevindt,
een klooster gestaan heeft.
Inderdaad, een niets ontziende graafmachine
graaft over een breedte van zeven meter een
anderhalve meter diepe geul van zuid naar
Den Oever en gooit deze na het aan elkaar
koppelen van alle buissegmenten ook weer
netjes dicht. Een opmerking in de plaatse
lijke pers over het werk dat goed vordert en
„zand erover." Poppetje gezien, kassie dicht!
Wederom een hevig verstoord archeologisch
monument erbij! Helaas neemt een dergelijke on
derneming weinig of geen aanstoot aan onze cultuur
historische monumenten en probeert op deze manier
de prijs van drinkwater zo laag mogelijk te houden voor
ons, de consument. Maar wat is er binnen onze dorps-
grenzen eigenlijk wel beschermd volgens de CHW-
kaart? Archeologisch werkt men op de CHW-kaart met
drie termen, t.w. waarde, hoge waarde en tenslotte
zeer hoge waarde. Alle drie zijn voorzien van een eigen
kleurcode, oplopend van lichtblauw naar paars. Glo
baal kan men aannemen dat de oude bebouwing van
Zijdewind, 't Veld en de Blokhuizen valt in de categorie
hoge waarde met als opvallende locaties delen van
Blokhuizen, het verdwenen dorp Geddingmore, die
evenals de Hogebieren met een paarse kleur is aange
geven. Deze gebieden zijn dus van zeer hoge waarde,
met een hoge beschermingsgraad, waarbij blijvend
behoud voorop staat of in ieder
geval wordt nagestreefd. Maar helaas,
waar het oude klooster van Zijdewind
heeft gestaan, vindt men geen kleur
code en is de waardenkaart blanco.
En zo heeft het kunnen gebeuren dat
een nutsbedrijf als het waterleidings
bedrijf er een bijna alles verstorende
geul heeft kunnen graven. Dankzij
enkele enthousiaste medebewoners
van 't Veld is het enige dat is overge
bleven van deze eens zo belangrijke
rusthaven enkele kloostermoppen,
wat glas en aardewerk en enkele
houten restanten van wat eens in een
roerige tijd zo rond 1650 een water
put is geweest. Afsluitend kunnen we
samenvatten dat de bewoning in onze dorpen verder
teruggaat dan menigeen voor mogelijk hield en dat ver
dient zeker de bescherming van de overheidsinstanties
die er zijn voor het behoud van onze cultuurmonumen
ten en archeologische vindplaatsen.
Een mooi uitgevoerde waardenkaart is daarbij
een uitstekend hulpmiddel voor eenieder die met de
schop de grond in moet, maar staat en valt bij een
gedegen actualisatie.
Wat moet u doen als u vermoedt dat u iets van archeolo
gisch belang heeft gevonden? Schroom niet, maar koester
het of vertel het aan een van de bestuursleden van onze
stichting. Misschien gaat deze er dan een leuk artikeltje aan
wijden. Daarnaast bestaat er natuurlijk nog de mogelijkheid
om de provincie in te lichten.
Mevrouw Kruisbrink,
telefoon: 023-5143509, helpt u graag verder.
V:
Bij de aanleg van een grote waterpijplijn door de restanten van het klooster zijn toch nog
enkele interessante vondsten gedaan. Op de voorgrond doet ook Daan Hanraads zijn
best sporen van het verre verleden te vinden.
Dat er best wel interessante zaken
boven de grond zijn gehaald, blijkt
wel uit dit digitaal gerestau
reerde bord.
De stenen en restanten van
een karrewiel zijn onderde
len van een waterput.
Het karrewiel werd bij het
graven van de put vlak
neergelegd met daarop
een ring van stenen.
Eronder werd de grond
weggegraven zodat het
geheel zakte en er weer een
nieuwe ring van stenen op
kon worden gelegd.