'mnhf,
iüi
<3
Van schrepel naar scheermes
.«ifkr-T.-V
Echte strebers en noeste werkers, dat waren de Sinnigers. Pieter was in
1841 in Limmen geboren. Vader Henderik en moeder Hendrika waren zijn
ouders. Het was daar in die tijd beslist geen vetpot want zijn vader was
maar een landarbeider. Na een paar luttele jaartjes de lagere school te
hebben bezocht, werd Pieter al op zeer jonge leeftijd in het arbeids-proces
opgenomen. Werkgevers maakten ook toen misbruik van zulke jonge
jongens. Vroeger noemde men die bazen en tegenwoordig noemen we
arbeiders liever medewerkers.
Denk nou maar niet dat hij met de taxi of met de trein
naar 't Veld was gekomen, laat staan met de fiets,
want van dit alles was er toen nog niets. Nee, gewoon
door de tijd heen ging hij lopend van de ene boer of
bouwer, waar hij enige tijd werk had, naar de volgende.
Zo is hij deze kant opgekomen. Ook is hij wel eens
door een boer weggestuurd omdat hij zijn oog had
laten vallen op de werkmeid van deze boer. Die werd
toen blijkbaar jaloers en vond dat deze knecht zijn
tijd verknoeide. Dit was dan ook zeer onrechtvaardig.
Toen de meid dit te weten kwam, werd ze terecht heel
kwaad en heeft toen haar dienst opgezegd. „Voor jou
zijn er zat anderen", schreeuwde de boer. Zijn vrouw
zat wel met drie kinderen tot mei zonder hulp en de
boer zelf had gedurende die tijd geen knecht. Vroeger
werkten immers de mensen in vaste dienst bij een
boer van mei tot mei. Vaak kon een knecht die ontslag
had gekregen, nergens meer terecht omdat de boer
■5: TTr.
veel lasterpraatjes rondstrooide. Het gezegde „ons kent
ons" was ook hier van toepassing. Deze boer had geen
beste naam en daarom hadden beiden weer spoedig
werk. Alleen de vrouw van de boer was de pineut en
moest zich tot mei maar zien te redden. Denk nou niet
dat Pieter verkering kreeg met dit meisje want daar was
hij toen nog veel te jong voor. Zij was wel een stuk ouder
maar wel razend knap. Dat laatste was de reden dat de
boer pissig werd, als die dacht te zien dat dit stel even
stond te praten.
Door de jaren heen liep Pieter dus van de ene naar de
andere boer of bouwer en zo is hij hier beland. Het moet
hier in deze omgeving zijn gebeurd dat cupido hem met
een van zijn beruchte pijlen heeft geraakt. Hij werd toen
ongeneselijk ziek van ene Neeltje. Zij was een heel
vriendelijk meisje en had hem al vaak toegelachen. Op
een avond van de rederijkerskamer dronk hij een paar
neutjes en zij een glaasje boerenmeisjes. Samen liepen
zij naar huis en toen is bij dit stel de vlam in de pan
geslagen. Het werd een serieuze scharrel. Verder wil en
mag ik het hier niet over hebben. Ja, ik hoor u al vragen:
„Hoe was haar achternaam?" Deze naam kwam in deze
omgeving niet vaak voor. Zij had de naam Entes van
haar vader gekregen. Of zij de dochter van de boer was,
waar Pieter werkte, of een werkmeisje, dat is mij niet
verteld. Een klein beetje boer had in die tijd meerdere
meisjes te werk: één die de vrouw in huis moest helpen,
bovendien nog een werkster en vaak ook een stoep- of
boenmeid. Na flink sparen en hard werken is dit span
getrouwd. Een lange verkeringstijd was toen niet in de
mode. Jacob Bijwaard kwam eens bij de boer waar Pie
ter werkte en vertelde zo langs zijn neus weg dat hij in 't
Veld een klein spuitje had gekocht. Het stond leeg. Dus
lezer, u begrijpt nu wel hoe deze Pieter Sinnige in 't Veld
is gekomen. Hij wilde graag met zijn Neeltje trouwen en
Het ouderlijk huis van de Sinniges aan
de Rijdersstraat nu nummer 47.
Piet sr. en Neeltje zijn hier gestart.
Jan Sinnige op zijn
akkertje aan de
Zwarteweg. Op de
achtergrond links
de schuur en het
huis van Bob Smit
Rechts woont nu
Kees Tamis