t
m
vlnr. vader Arie, Evelientje, Willie, Rietje, Joost en moeder Bets.
Was het in de loop van de middag geweest, dan was ik
er naar toe gegaan, maar Klaver was al gesloten. Trou
wens vroeger nam men het niet zo nauw met de slui
tingstijd. Ik dacht: „Nou, wat moet ik nou eten?" Ik had
wat geitenvlees in de flessen en had altijd groente in de
potten. Alle jaren wekte ik 125 potten vol, alles uit de
tuin. Ik zei tegen hem: „Dat heb je nou een keer gedaan,
maar dat doe je nooit meer Arie. Wat heeft die man met
zijn 21 kinderen nou aan twee pond vlees? Daar heeft
hij ook niets aan." Nou ja, die worst was voor op brood
dan hadden ze wat lekkers voor de kerst. Hij heeft nooit
meer vlees hoeven mee te brengen want ik ging voort
aan naar slager Klaver. Zulke streken had hij dan, was
doodgoed, had een hart van goud en gaf een hoop weg.
Hij had soms veel verkocht en dan moest er nog afgere
kend worden. Dan zei ie: „Puck Bruin, ga jij nou verder,
dan ga ik alvast afrekenen in het café." Soms was hij
om half een thuis, soms om een uur en soms 's nachts
om een uur. Dan was hij al lang met de schuiten thuis
en liep ik naar de steiger eerst achter Post aan de kaai,
later hier bij huis. Ik zei dan tegen Dirk: „Waarom kom
je alleen knecht en Betsies Arie is nog niet thuis." „Wel
nee", zei hij, „hij ging om een uur of half twaalf bij mij
vandaan." Nou ja, dan was hij weer bokkie zoek. Dat is
een hoop keer gebeurd, hoor. Maar Dirk heeft voor alles
goed gezorgd. Een reuze goeie knecht en een geduld,
een geduld dat hij had. Je kon over hem lopen. Ja, hoor.
Rietje is in 1937 geboren in het gemeentehuisje, waar
dan nu Nic Zomerdijk (tegenwoordig Henk Moras en zijn
vrouw) woont. We hebben vijfjaar in het gemeentehuis
je gewoond. Anderhalfjaar later heb ik Joost gekregen.
Joost is er in november 1938 geboren. Vier jaar later
Evelientje, een nakomertje. Eerst wilde Arie een ander
huisje laten opknappen. Dat moest nog
f 800 kosten, dat kleine huisje daar aan de ringsloot. Dat
ging toen niet door.
In november 1939 kwam Willie
uit de kleuterschool en zei:
„Mamma, Annie van Leeuwen
gaat morgen naar Langedijk."
Toen zei vader: „Wat zeg
je Willie? Ik kan me haast
niet indenken wat Evert van
Leeuwen met zijn gezin met
die acht kinderen daar moet
doen." Arie ging naar Evert
van Leeuwen toe, dezelfde
avond, op 29 november. „Ja,
"zei Evert, „morgen ga ik eruit,
morgen ga ik vertrekken." Op
30 november heeft Evert van
Leeuwen met zijn gezin het
huis verlaten. Arie nam de fiets
en ging naar de bank. Arie
vertelde dat hij het huis wilde
kopen maar de bank vond
dat het huis onbewoonbaar was. En Arie wou dit huis
hebben. Hij had wat geld maar niet genoeg. Arie was
dus naar de bank gegaan om te lenen maar dat ging
dus niet door. Arie naar Kolkman, overal naar toe. Dat
huis was dan te koop maar het was uit een onverdeelde
erfschap. Evert van Leeuwen had er 29 jaar in gewoond
en had nooit één cent betaald. Hille heeft erin gewoond,
Hille van Leeuwen-Groot. Arie is drie keer naar Heem
stede geweest, Raadhuisstraat 4, daar was dan zo'n
beweging van de Hilles.
Maar fijn, Arie ging de sleutel halen bij de beheerder
maar die wilde de sleutel niet geven, dus zei Arie: „Mag
ik eens kijken in dat huis?" Toen kreeg Arie de sleutel.
De andere dag kwam de beheerder en wou de sleutel
terughebben maar Arie zei: „Die krijg je niet." Arie was
wat. Wat denk je wel. Dus Arie onderhandelde met de
beweging van dat huis. Dat ging zo door tot tien we
ken voordat de oorlog uitbrak. Toen was dat huis dan
eindelijk van Arie. We waren gelukkig, hadden een mooi
leven, een goed stuk brood, waren niet rijk en niet arm.
Het leven ging zo door. Joost kwam uit dienst, had
verkering en zocht eigenlijk een huis. Jan Droog en
Trien Post wilden ons huis kopen. Jan voer nog op de
Schelde met Trien Post. Toen zei de oude Droog tegen
Jan: „Je kan in mijn huis komen wonen."
Dus Jan Droog had een huis. Maar Joost had verkering
en Joost wou graag trouwen en had drie, vier jaar met
Riet gescharreld. Hij zou eerst samen met Jaap Ruiter
een huis bouwen, een dubbel woonhuis. Daarin zag
vader erg veel bezwaar. Want Jaap woonde toen in het
gemeentehuisje waar nou Vincent Klaver woont. Dus
zei vader: „Joost, ik weet het goed gemaakt. Het is een
heel groot huis, Willie is getrouwd, Evelien is getrouwd
en Riet is getrouwd en jij bent nog alleen. Maak het huis
in tweeën, verbouw het huis van ons."