6 Bets van Arie 3e en laatste deel In de vorige aflevering van het verhaal over Barbara Wagner heeft u kunnen lezen over haar treinreis naar Schagen en over haar eerste baan bij boer Timmerman. Zij heeft in de boerderij aan de Grotewal drie jaar gediend en kwam daarna in betrekking bij dokter Melchior. In de laatste 't Is mooi weest" heeft u een foto kunnen zien van het deftige huis van de dokter. Kort na het drukken en verspreiden van ons boekje stond in het Noordhollands Dagblad van 12 juli jl. een artikel over een fotoboek dat patiënten hem geschonken hadden Dokter Melchior per koets op huisbezoek. Koetsier was Simon Wagemaker. bij zijn afscheid als dokter. De 80-jarige kleindochter van de arts heeft het album met een leren omslag aan museum Vreeburg gegeven omdat er in de familie geen belangstelling meer voor was. Het fotoboek is gemaakt door de bekende fotograaf W. H. Niestadt die ook als persfotograaf voor de Schager Courant werkte. Op de eerste pagina van het album stond te lezen: „Aan onzen dokter Melchior bij zijn afscheid, 1893 1931Dokter Melchior, die familie had in de Waardpolder, vestigde zich in 1893 in Schagen als arts. Vele jaren later in 1931 hield hij er zijn laatste spreekuur. De voorzitter van het museum vertelde in het artikel dat Melchior een plattelandsarts met aanzien was. Hij woonde met zijn familie en dus ook met dienstbode Barbara in de Laan waar hij zijn praktijk aan huis had. Aan de achterzijde stond het koetshuis. Voor visites had de dokter een brik die door een Fries paard werd getrokken. Op de bok zat koetsier Simon Wagemaker. In de Schager Courant van donderdag 4 augustus jl. stonden acht foto's uit dat album op een hele pagina afgedrukt. Op donderdag 18 augustus jl. stond er weer een artikel in dezelfde krant over de dokter die twee zonen had en die ook arts waren geworden. Zoon A. Melchior heeft een boekje geschreven met de titel: „Het zoontje van de dokter"Daarin schreef hij onder meer dat tijdens de kermis de bloedende slachtoffers van vecht- of valpartijen bij ons tuinhek met vereende krachten uit de handkar werden geladen en naar zijn vaders spreekkamer werden gezeuld. Ongetwijfeld zal Barbara hierbij geholpen hebben. Ook heeft u in dezelfde aflevering kunnen lezen dat zij als „binnenmeisje" bij de dokter haar eerste man Jan Jansen teerde kennen. Zij trouwden op 30 november 1930 en begonnen hun eigen slagerij op de hoek van de Gedempte Gracht en de Torenstraat. Ze bleven er drie jaar en in die tijd werd dochter Willie geboren. Toch bleef zijn geboortestad trekken en na die drie jaar Schagen begonnen zij in Haarlem ook een eigen slagerij. Na een halfjaar overleed Jan Jansen. Barbara verkocht de boel en ging weer in Schagen wonen. Zij huurde daar een huisje en had vijf kostgangers om zo de kost te verdienen. In die tijd ontmoette zij Arie Groen uit Zijdewind die een huishoudster zocht. Na veel geprakkezeerbesloot zij in te gaan op het aanbod van vrachtschipper Groen. Zo belandde weduwe Barbara Wagner met dochter Willie in een klein, oud huisje aan de Zandweg. Vanaf dat moment vervolgen we haar verhaal. Dus ik heb me verhuurd en kwam in dat huisje dat keurig schoon was. Er was een achterend waar je in kwam en dat was gelijkvloers met de weg. Die nieuwe weg waren ze aan het maken. Achter was er een klein hokje waar je afwassen kon en een kamer met twee bedsteden. Veel te klein, veel te klein. Dat kind vlak bij de weg en de ringsloot ernaast. Ik vond het eerst een vreselijk huis. Ik had zoveel meubels over. Evert van Leeuwen, die woonde eerst waar Joost nu woont, die zei: „Arie, dan mag die vrouw de meubels, die ze overcompleet heeft, bij ons op zolder zetten." Dat was later toen we in dat huis woonden. Nou, Arie moest toch slapen en die kon toch niet bij mij slapen. Twee bedsteden in de kamer en hij wou in die ene bedstee. Ik zeg: „Dat gaat niet. Ik ga niet in de bed stee in de kamer slapen waar u ook slaapt." Fijn. Evert van Leeuwen heeft toen boven een heel klein kamertje gemaakt. Hij was timmerman en heeft de poten van mijn ledikant afgezaagd. Dat was een twijfelaar, anderhalf keer de breedte. Arie had direct al stoute gedachten, die dacht: „Ik wou dat de zolder maar barstte, dan raakt ze meteen in de bedstee." Stoute man. Dat heeft ie een jaar later verteld. Ik was later erg tevreden. Ik had in Schagen naast een

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2005 | | pagina 16