6 De familie Wit In 1905 vertrokken Daan Scholten en Petra Scholten Balvert met vijf van de zes kinderen die toen nog thuis woonden uit de Haarlemmermeer. Hun dochter Chris tina kwam niet meteen mee, zij is later aangekomen. De andere kinderen waren het huis al uit. De familie Scholten gingen per trein naar Oude Niedorp en zijn op het station van Zijdewind uitgestapt. Zij waren de eerste pachters van de mooie, grote boerderij van het Roomsch Catholiek Jongensweeshuis uit Amsterdam. Al spoedig kreeg zoon Willem verkering met Johanna Spruijt uit Hazerswoude. Na een poosje heen en weer gereisd te hebben, besloten ze op 6 juli 1906 in het hu welijk te treden. Ze kwamen te wonen in een klein, knus boerderijtje met ongeveer zestien ha. land op zo'n hon derd meter afstand van de ouders van Willem. Ook deze kleine boerderij was eigendom van dezelfde stichting. Willem Scholten en Johanna Spruijt hebben vijftien jaar op dit mooie plekje gewoond en hun boterham verdiend. Van de dertien kinderen die ze kregen, zijn er tien in deze boerderij geboren. Op 6 december 1918 overleed de moeder van Willem en driejaar later op 7 september 1921 zijn vader. Het jonge gezin van Willem en Johanna verhuisde naar de grote boerderij waar zijn ouders hadden gewoond. Daar werden nog drie kinderen geboren. Helaas was verder boeren niet meer mogelijk. Het gezin was genoodzaakt te vertrekken. De broers en zussen van Willem eisten het geld van de overleden ouders op dat zij in de boerderij hadden gestoken. Het vee werd verkocht en de familie Scholten vertrok op 29 april 1926 naar Bergen en maakte plaats voor de familie Wit. Fragment uit het dagboek van Piet Scholten, zoon van Daan Scholten. Toen ik zestien jaar was, verhuisde ons gezin naar Oude Niedorp. Hier huurde mijn vader een grote boerderij. We hadden zowel de boerderij als het grasland en we runden een melkveehouderij. We melkten 20 tot 25 koeien en maakten Edammer kaas. Kaas maken heb ik meerdere jaren gedaan. Toen ik 21 jaar was, ontmoette ik een man uit Missoula Montana, USA. Ik kreeg ook zin om naar Amerika te gaan. Ik vertelde mijn familie over mijn plannen. Zowel vader als moeder protesteerden. Ik besloot dat jaar niet te gaan. Het jaar daarna waren mijn ouders wat aan het idee gewend. Mijn neef John Scholten, die veertien jaar was, verving mij op de boerderij. Men verwachtte dat ik nog dat jaar zou emigreren en gaven mij hun zegen. Datzelfde jaar sprak ik Jake Bontje die ook naar Amerika wilde gaan. We ontmoetten de heer Beers. Hij had familie in Iowa, zijn zwager Gerard Kerkvliet en zijn kinderen. Beers schreef hem en zo kregen we daar een baan. Jack en ik verlieten Holland op 18 maart 1911 en kwamen in New York aan op 27 maart 1911. Ook nu geven we u weer een overzicht van de familie voorzover zij in het verhaal voorkomen. I -1 Jan Wit geh. met Antje Wijnker Kinderen: 1. Johannes Petrus (Jan), geb. 1892, overl. 1964, zie II 2 2. II 2 Johannes Petrus (Jan) Wit geb. 1892, overl. 1964 geh. 28-4-1921 met Elisabeth (Bet) Ligthart geb. 1894, overl. 1973 Kinderen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. III 3 Jan Wit geb. 7-2-1922, overl. 3-3-1993 geh. 3-5-1961 met Maria Anna (Riet) van Straalen Kinderen: 1. Jan, geb. 1962, IV - 6 2. Alina, geb. 1964 3. Ronald, geb. 1966, IV - 7 Jan, geb. 7-2-1922, overl. 3-3 1993, zie III 3 Annie, geb. 1923 Gerie, geb. 1925 Joop, geb. 1927, III 4 Cor, geb. 1930, III 5 Christina, geb. 1932 Toos, geb. 1937 De familie Wit voor de boerderij in 1938. V.l.n.r. Achterste rij: Jan, Annie, Gerie, Joop, moeder Bet met Toos op schoot, Stien, vader Jan. Verklaring van enkele tekens: geb. =geboren geh. =gehuwd overl. =overleden lil 4 =derde generatie en vierde stamhouder

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2005 | | pagina 22