De grote en de
kleine boerderij
vóór 1859 eigenaar was van „een perceel bosch", De kleine boerderij, eenvoudig en zonder voordeur. Begin 1900 West
Moerbeek 237, later Zwarteweg 260 en Zwarteweg 26, thans Hartweg 3
dat aan het eind van de Zwarteweg gelegen moet
hebben. In dat genoemde jaar werd het perceel toegekend aan een Petrus Joannes Koorn die medisch doctor
was in Amsterdam. Het is niet duidelijk of dit een erfenis van die Kooren uit Alkmaar was. De achternamen
werden niet precies hetzelfde in het kadaster opgeschreven maar dat gebeurde vroeger wel vaker. Met de
schrijfvaardigheid was het toen droevig gesteld. Veertien jaar later werd het perceel verkocht aan koopman
Izaak Elzas uit Alkmaar. Een jaar later, dus in 1874, werd landman Klaas Kos Jacobszoon uit Heerhugowaard
eigenaar van het perceel. In datzelfde jaar kwam er een landmeter om de grootte van het stuk grond te
bepalen. Deze had berekend dat het een oppervlakte had van 15,9 ha.
Zo'n 200 jaar geleden was in de gemeentes
Nieuwe Niedorp, Winkel en Oude Niedorp
nog ongeveer 100 ha. bos dat voornamelijk
bestond uit essen, elzen en wilgen. Het hout
werd meestal gebruikt voor verwarming van de
huizen. Bekend is dat ene Kooren uit Alkmaar
Klaas Kos zag er wel brood in want in 1875 werd een
kleine boerderij op dat stuk grond gebouwd. Dit stolpje
staat nu nog aan de Hartweg, nummer 3. Vroeger had
het als adres West Moerbeek 237, later werd het Zwar
teweg 260 en daarna Zwarteweg 26. Om er te komen
moest men over een slecht, onbegaanbaar pad. Aan het
eind van dat smalle weggetje was er een bruggetje over
de Molensloot en dan moest men rechtsaf nog zo'n 100
meter langs de genoemde sloot. Ook de buurman van
Klaas, Comelis Buis, moest over dit modderig landpad
en die kreeg er zo genoeg van dat hij in 1874 of in 1875
geheel voor eigen rekening de Zwarteweg aanlegde en
met puin en grint verhardde. Deze veehouder woonde in
de grote boerderij maar daarover straks meer.
In het verlengde van de Zwarteweg, tegenwoordig Door-
braakweg 4, stond de molen van de Westerkamper-
polder. Vergaderingen van het polderbestuur werden tot
1894 in de molen gehouden. De bestuursleden moesten
dus ook over de Zwarteweg, dat vooral in de herfst en
in de winter zeer modderig en bijna onbe-gaanbaar
was. Verschillende keren hebben gebruikers van het
pad aan de gemeente Oude Niedorp gevraagd om de
weg te verbeteren en ook om die door te trekken naar
Westermoerbeek. Dat kleine boerderijtje lag inderdaad
ook dichter bij Moerbeek dan bij 't Veld. Bovendien
moet men bedenken dat 't Veld in die tijd ook maar een
gehucht was met maar 30 huizen, dus was dat niet veel
groter dan Moerbeek.
Klaas Kos heeft niet lang plezier gehad van dat afge
legen plekje want in 1877 vond er een veiling plaats en
de boerderij met het land kwam in handen van landman
Dirk Haarkamp uit Obdam. Na acht jaar is het verkocht
aan mevrouw Francoise Josephine Basquin die in
Amsterdam woonde. Net zoals veel boerderijen in deze
omgeving werd dit kleine boerderijtje in 1901 opgekocht
door het Roomsch Catholiek Jongensweeshuis, een
stichting gevestigd in Amsterdam. Vanaf die tijd kon
men het boerderijtje nog alleen maar van het weeshuis
pachten.
Het is bekend dat in 1906 het stolpje werd verpacht aan
Wilhelmus Scholten en Johanna Spruijt. Na vijftien jaar
kregen zij vanwege het overlijden van zijn ouders de
kans om met hun grote gezin te verkassen naar de grote
boerderij. Vanaf 1921 konden Jan Wit en Bet Ligthart
het toen pachten. De geschiedenis herhaalde zich! Ook
dit gezin verhuisde in 1926 van de kleine naar de grote
boerderij. Vanaf dat moment tot nu toe hebben er alleen
nog maar families Groen gewoond. Van 1926 tot 1950
waren dat Gert Groen en Neeltje de Wit. Daarna pacht
ten Gert Groen en Tinie Leegwater de hoeve. In het jaar
1992 komen de boerderij, het woonhuis, het erf en de
schuren op naam van Gerard Groen en Lily Schaut.