Over veldwachters, bromsnorren
en ander gespuis
Uit de eerdere uitgaven hebben
we kunnen opmaken hoe de
hiërarchie van de Hermandad
in elkaar steekt. We kunnen dan
ook in het kort samenvatten
dat er van overheidswege
een dringende behoefte
bestond om het gepeupel in
toom te houden door de hun
aangewezen wetsdienders,
al dan niet voorzien van een
door die overheid verstrekt
vervoermiddel.
Helaas mocht de aangestelde veldwachter C. Moejes in
de gemeente Oude Niedorp, waar Zijdewind in die jaren
onder viel, het zonder vervoer stellen. Zo lezen we in
de notulen van de raadsvergadering van Oude Niedorp
op 14 september 1882. Wel ontving hij een aantal extra
jaarlijkse toelages van o.a. f 50,- voor de aanschaf van
een uniform, als gemeentebode f 50,- als dorpsom
roeper f 15,- als klokopwinder f 20,- en als bode van het
polderdistrict f 45,- wat hem zo samen met zijn jaarsa
laris van f 190,- een jaarinkomen verschafte waarvan je
zou denken dat er makkelijk een fiets gekocht kon wor
den. Maar nee, de gemeenteraad eiste in die tijd wel dat
de veldwachter zijn rondes te voet aflegde. Verder lezen
we in de notulen van 11 oktober 1898 een verzoek van
veldwachter C. Moejes om ontheven te mogen worden
van het langs de deuren gaan met de Enkhuizer Alma
nak, want, zo vermeldden de notulen, de mensen koch
ten deze in de regel alleen maar, opdat de veldwachter
een extra centje zou hebben. De eenstemmige gemeen
teraad vond dit eigenlijk maar een bedelpartij en onthief
de man van zijn taak. Wel ontving hij een jaarlijkse
tegemoetkoming van f 20,- wegens gederfde inkomsten.
Veldwachter C. Moeijes overleed op 23 maart 1899. Zijn
opvolger werd Maarten Kooijman uit Velsen.
Op 1 september 1903 werd tot agent van politie in
Zijdewind benoemd C. Noordstrand voor een jaarsalaris
van f.60,-. Tot 1911 was hij in functie totdat hij op 9 janu
ari werd ontheven van zijn taak om gezondheidsreden.
Hij werd opgevolgd door W. de Groot. Op 9 maart 1914
werd tot onbezoldigd rijksveldwachter in Zijdewind aan
gesteld D. de Groot. Van zijn kleinzoon mochten wij ver
nemen dat zijn uniform bestond uit een veldwachterpet
en een hartsvanger aan de kapstok die hoofdzakelijk
gebruikt werd bij het sluiten der tapperijen in de kleine
uurtjes. Voor de rest van de tijd was de goede man
gewoon boer op Havenstraat 14. Lastige drinkebroers
sloot hij ter ontnuchtering op in het cachot van Zijdewind
dat nog te vinden is op nummer 67 en dat niet meer als
zodanig is te herkennen. Op 12 april 1938 werd aan de
raad medegedeeld dat politie De Groot was overleden.
Met ingang van 12 april 1938 werd benoemd A.E. Lie-
vens. Voor hem werd de bedrijfswoning met de typische
Heiloose punt in Zijdewind gebouwd. In de vooroorlogse
jaren werd hij gezien als een gezellige veldwachter
waarmee je gerust een biertje kon drinken maar tijdens
de bezetting werkte hij voor de
Lastige drinkebroers werden ter ontnuchtering opgesloten in het
cachot van Zijdewind dat nog te vinden is op nummer 67 en dat
niet meer als zodanig is te herkennen.