De helft van dit bedrag f. 1796,25 ging,
verminderd met de begrafeniskosten
van Jan (f. 296,25) naar Grietje Stok
man. Ook beide huizen, huisraad en
inboedel, de sieraden en de timmer
mansgereedschappen staan dan op
haar naam. Bovendien neemt zij de
hypothecaire lening rente voor haar
rekening. Haar zoon ontvangt dan nog
een bedrag van f. 255,-. van moeder.
Evert krijgt de kruiwagens en de schuit
jes en hij mag de vorderingen wegens
gedane werk die vader Jan nog had
uitstaan ter waarde van f. 1245,--.
proberen te innen. Daarentegen dient hij
wel de schulden aan Eecen en Ranke
voor zijn rekening te nemen, tesamen
f. 2300,--.. Bovendien ontvangt Evert
een obligatie van zijn moeder tot gelijk
bedrag a 4% per jaar.
Evert woonde inmiddels met vrouw
Anna Bekker en later zeven kinderen in
het middengedeelte van het grote huis
naast de timmermanswerkplaats. Grietje
trekt in bij de weduwe Hille die dan in
het zuidelijk gedeelte van het grote
huis woont. De weduwe Hille was een
rijke vrouw, bejaard en hulpbehoevend.
Haar begrafenis moet een luxe aangele
genheid zijn geweest. Gré, de dochter
van Evert, zat toen op de lagere school.
Zij weet zich te herinneren dat ze be
schuit en kadetten hebben gegeten aan
lange witgedekte tafels.
Het aannemerschap ging Evert niet voor
de wind. Een mooie klus was nog wel
de bouw van het nieuwe huis van over
buurman Droog nadat hun stolp
boerderij was afgebrand. De familie van
Leeuwen was blij als het kleine huis
verhuurd was; dat leverde tenminste
wat vaste inkomsten op. Diverse gezin
nen hebben er gewoond. In willekeurige
volgorde worden wat namen genoemd:
Cor Tesselaar, los werkman, Bertus Put
uit 't Veld, Smit uit Waarland, Beerepoot,
boerenknecht van Van der Oort, Bruin,
De Graaf, Jan Mul met zijn vrouw en
dochter, August Klaver uit Waarland.
Het bleef echter armoe troef. Toen
klasgenoten van de kinderen op school
reisje gingen, moesten de Van Leeu
wentjes thuisblijven. Er was gewoonweg
geen geld voor dit soort uitjes. Concur
rentie van onder andere de toen kinder
loze timmerman Jan de Boer deed geen
goed aan de armetierige situatie. Hoge
schulden en uitstaande rekeningen
daarbij opgeteld, werden Van Leeuwen
uiteindelijk noodlottig. In november 1939
is er geen andere uitweg dan het huis
te ontruimen en uit Zijdewind te vertrek
ken. In Oudkarspel wordt een ander
onderkomen gevonden. Evert had er
zoveel hartzeer van dat hij later niet
meer naar zijn timmermanswerkplaats
durfde teruggaan.
Inmiddels hadden Arie Groen en zijn
Bets hun intrek genomen in het kleine
huis.
Op deze foto uiterst links de deuren van de timmermanswerkplaats, in het midden de Mariahoeve en verder de boederij van Broersen.
Evert van Leeuwen zou ook op dit kiekje moeten staan; niet bekend is wie van de vijf.
Tijdens kermissen zal de slagerij van
Klaver wat keren zijn gefotografeerd.
In dit geval Evert van Leeuwen met
rechts zoon Klaas.
Voor de deuren van de timmer
manswerkplaats, breiend de vrouw
van Evert Anna en met hultje moe
der Grietje
wordt vervolgd