Geschiedenis van een timmermanswerkplaats
Het erf aan de Havenstraat 79 in Zijdewind waarop nu het huis van Joost en Riet Groen staat, heeft ooit
andere tijden gekend. In de eerste helft van de negentiende eeuw bestond het perceel uit twee kavels.
Het grootste deel namelijk kavel
191 was zo'n 950 m2. Hier stond
een huis met schuur. Het oorspron
kelijke bouwjaar hiervan is niet be
kend. Tot 1844 was het in bezit van
de gefortuneerde Gerrit Bleeker.
Zijn naam kwamen we eerder tegen
bij de geschiedenis van de ernaast
gelegen Mariahoeve. Nieuwe
eigenaar Cornelis Burger, die bij de
koop als landman uit Schagen te
boek stond, verkocht het in 1854
door aan Hendrik Opperveld, tim
merman te Oude Niedorp. Hij zou
in Zijdewind gewoond kunnen heb
ben. Aardig is te melden dat men bij
het kadaster niet precies wist wat
de achternaam van Hendrik was.
Tussen haakjes werd hij ook (Op 't
Veld) genoemd. In 1865 werd het
huis verbouwd en vier jaar later
weer verkocht aan Cornelis Hille,
timmerman uit Zijdewind. Diverse
onroerende goederen waren in zijn
bezit. Hij was ook
enige tijd eigenaar van de Riet
gors, het buitendijkse rietland
langs de ringsloot dat aan het
einde van Zijdewind lag. De
spoordijk werd er halverwege de
negentiende eeuw dwars door
heen gelegd. Later had hij er ook
het arbeidershuisje waarin de
familie Moras woonde.
De kleine kavel 192 was on
geveer 70 m2. Er stond een klein
huisje op. Dit was eveneens
in bezit van Gerrit Bleeker. Hij
overleed in 1857. Zijn eigen
dommen vervielen aan zijn
weduwe Immetje Jonker. Toen
zij, inmiddels teruggekeerd naar
haar geboorteplaats Zaandam,
in 1862 stierf, is het huisje in
handen gekomen van haar zoon
Cornelis Bleeker. Hij was land
man te Zijdewind. Hij verkocht dit
bezit vervolgens aan Johannes
Pleijter, werkman te
Tot op heden zijn er geen
afbeeldingen boven water
gekomen van alleen het
huisje achter het grote
huis. We moeten het dus
stellen met een glimp
op een foto zoals deze.
Links achter is tussen de
twee bomen de gevel te
zien aan de kant van de
Zandweg.
Dat Cornelis Hille geen burgermannetje was,
mag uit dit staatsieportret wel blijken.