Als meisje van 17 jaar vroeg ik in het hotel of ik daar mocht leren koken, hotel Hommes. Dat hotel staat er nog. Een schitterend hotel. Daar was ik dan kookleermeisje en ik was er een beetje geschikt voor, leerde daar goed. Dus ik was al heel gauw het hulpje in de keuken en ik was daar in de kost. Je verdiende 35 mark in de maand en dat moest je thuis afgeven. Toen stond er een betrekking in de krant: een winkel meisje gezocht in Kaisersesch. Ik was bijna al weer 18 jaar. „Nou", zei ik tegen mijn moeder, „ik stap morgen ochtend in de trein en ik ga naar Kaisersesch." Het ging om een jodin van 56 jaar. Ik werd aangenomen en ik ben er 3 jaar geweest. Meisje voor alles: voor de winkel, kisten uitpakken, de bijl erin slaan en hup de spijkers in de hoogte. Ik was sterk en gezond, een flinke meid. Dus ik was bij die jodin 3 volle jaren. Het was een schitte rende betrekking. Ze was een erg lief mens. Ik was er zo tevreden. Maar ondertussen was ik bijna al weer 20 jaar. Ik werd 21. Toen zei die Fraulein Marx: „Bepje, ik kan u niet langer gebruiken. Ik word ouder, ik ga naar mijn broer in Erfurt, Erfurt in Thüringen." Hij had daar wat fabrieken voor speelgoed, hij was heel rijk. Dat was oktober 1920. Dus ging ik al. Daun was een Luftkurort. Toeristen, dat gaf wat geld. Skiën in de winter, is er nog. Er waren skibanen in de hoge bergen en een skilift. Toen was het ook al voor de rijke mensen, wijnboeren van de Moezel en van de Rijn. Die kwamen dan daar 's winters, maar ook 's zomers soms wel vier of vijf weken." naar huis. Ik heb op de bouw helpen werken. Alles heb ik gedaan. Ik was die winter thuis. Ik kon een beetje pit tig naaien, kon een beetje breien. Ik heb een beetje voor het gezin gezorgd. Mijn zuster ging naar de naaischool en Maria was op een kantoor. Jacob was in de leer bij een timmerman, meubelmaker en wagenmaker. Dat was zijn vak. Jozef werkte als telegraaf. Dus er kwam weer geld binnen. De kinderen brachten geld binnen. Nou ja, de meisjes waren thuis. In het hotel waar ik had leren koken, daar kwam meneer en mevrouw Timmerman van Grotewal bij Schagen en die vroegen een meisje. Die mevrouw van dat hotel zei: „Dat is eigenlijk een meisje voor jullie, maar ze is in een winkel in Kaiseresch geweest. Ze is er een paar jaar uit geweest." Dus die mensen, die meneer Timmerman en die mevrouw Timmerman kwamen in ons kleine, keu rige, pittige, armoedige huisje in de bergen, Wehrbus- strasse 11, in de bossen. Schitterend, schitterend waar we woonden. Het mooie stadje Daun was niet zo groot als nou. Ik heb hen ontmoet en die meneer Dirk Timmer man kon een beetje Duits schrijven. Er was daar nog een Duits meisje en die diende bij Cor Timmerman van de bank aan de markt, waar nou dat Chinees restau rant is, naast dat nieuwe, mooie, grote raadhuis. Dat was de bank van Tim merman. Hij woonde op de hoek, in de villa Havana en de bank was aan de markt. Dus ik zou naar Nederland gaan. Ik moest een pas hebben en die moest ik dan halen bij het consulaat in Keulen en die pas was klaar op 12 of 13 maart. Mijn zuster Khate bracht mij 's morgens om 6 uur naar het station van Daun. Dat station is er nog. Heel modern, toen Barbera Wagner op achttienjarige leeftijd Vader Wagner aan het houthakken

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2004 | | pagina 17