behoorlijk stram in de ledematen waren en nogal angstig om op zo'n hoog wiebelding te stappen. Een vertegenwoordiger van de Fongersrijwielen vertelde terloops tijdens het koffie drinken dat een dezer dagen een smederij in 't Veld te koop kwam. Piet, die dit ook had vernomen, heeft dit toen eerst met zijn baas besproken. Die gaf hem de raad om eerst eens te gaan kijken en de nodige inlichtingen in te winnen. Dus op een zondag na de vroegmis met mooi weer is hij op de fiets naar 't Veld gereden. Na kennis gemaakt te hebben met Dirk Burger die hem zeer vriendelijk ontving en na de toezegging dat hij de eerste koper was, aanvaardde hij de terugreis om met zijn Trijntje te overleggen. Nadat alle zaken waren geregeld en het huwelijk van Piet en Trijntje was voltrokken, kreeg 't Veld weereen nieuwe smid. Dankzij hard werken en goed vakmanschap ging de zaak vooruit. In deze tijd werd waterleiding en elektriciteit aangelegd en dat bracht extra werk voor de zaak mee. Het was niet alleen hard werken maar ook moest hij met zijn neus in de boeken om mee te kunnen komen met deze nieuwe ontwikkelingen. Piet kon veel spanning verdra gen want als er iemand een breuk in het snoer van een elektrisch apparaat had, werd dit met de blote hand opgezocht. Zo waren zijn handen perfecte spanning zoekers. In die tijd werd hier ook een bibliotheek opgericht. Piet was daarvan een van de oprichters en lange tijd ook bestuurslid. In het gezin Hoebe werden vier kinderen geboren, alleen maar jongens. Toen de jongste tien jaar was, verloor Piet zijn vrouw. Gelukkig kreeg hij hulp van een goede huishoudster. Dit was een dochter van Jan Stoop uit Nieuwe Niedorp. Vader Jan Stoop kon wel een van de meisjes een poosje missen want hij had wel elf van deze schoonheden. Drie van deze dames hebben tot volle tevredenheid bij de familie Hoebe gediend. Met een van de "Stopen" is de oudste zoon Thijs in 1943 tijdens de oorlogsjaren gehuwd. Omdat er ook in die tijd gebrek aan woningen was, werd de garage die nog net voor de oorlog was neergezet, verbouwd. Op de gevel heeft buurman Groen toen met fraaie letters „Huize Taxi" geschilderd. Op dezelfde plaats is in de jaren vijftig een nieuwe woning gebouwd. Zoon Jan mocht zich graag in de smederij waarmaken, maar hij was nogal onstuimig en onvoorzichtig. Op een zekere dag raakte hij beklemd bij het vastzetten van een paardenpoot. Dat heeft hem een stukje van zijn duim gekost. Jan is later bij de NS gaan werken. Na zijn huwelijk kwam hij in Alkmaar te wonen. Thijs was een echte techneut. In zijn jeugdjaren was hij al met auto's en motoren aan het sleutelen. Hij was jarenlang lid van de toneelvereniging, heeft daar vele rollen gespeeld en verzorgde tevens de lichteffecten en het geluid. Ook heeft hij enkele bestuursfuncties vervuld en is raadslid geweest. Eef had de liefde voor de smederij en voor de techniek ook van zijn vader meegekregen. Het waren dus echte Hoebes. Eef kon heel goed schaatsen en als er voldoende ijs lag, was hij op de Weel te vinden. Als ik me niet vergis, is hij daar zijn Lies tegengekomen. Ook zij was een dolle schaatsster. Het was een mooi gezicht om dit span op de ijsvloer te zien rondrijden en zwieren. Nadat vader Piet zich uit de zaak had teruggetrokken, heeft Thijs samen met zijn broer Evert het bedrijf nog menig jaar gerund. Dat deden ze tot volle tevredenheid van de vele klanten tot in de verre omtrek. Inmiddels was door de vooruitgang het echte smidswerk komen te vervallen. Men kon daar op een gegeven moment geen paard meer beslaan maar er kwamen vele andere dingen voor terug. Daarom hebben ze meerdere malen de winkel en de werkplaats moeten verbouwen. Er was helaas geen opvolger voor dit bedrijf en men was genoodzaakt om kalm aan af te bouwen. In 1976 heeft Piet Oud het elektragedeelte van de zaak overge nomen en heeft nog enkele jaren met Eef de zaak gerund. Drie jaar later in 1979 had de heer Oud de leiding van de gehele zaak. Toch bleef het pand in het bezit van de familie Hoebe. Tot 1986 is het bedrijf voortgezet, maar toen is Piet Oud met een geheel nieuw bedrijf in Barsingerhorn gestart. Het is jammer dat het dorp een bedrijf en een mooie winkel verloor. Het is voor velen een groot gemis en het schaadt het aanzien van het dorp. De winkel heeft maar kort leeggestaan. Er was al vlug iemand die het wilde huren om er een bloemenzaak in te beginnen. De familie Hoebe vond het een goed idee en heeft deze mensen een kans gegeven. Helaas zat er geen brood in want de omzet was veel te gering. Zo hebben er nog een paar bloemisten het geprobeerd maar ook voor hen werd het een teleurstelling. Zo werd de winkel een poosje niet gebruikt. Dat was in het cen trum van 't Veld een triest gezicht. Ook mevrouw Hoebe vond het niets dat de winkel met die mooie grote ramen zo maar leegstond. Het deed haar verdriet dat steeds weer mensen voor het raam stonden te kijken naar die lege ruimte. Toen is bij haar het idee geboren om de mensen van de historische stichting dit aan te bieden om er een oudheidkamer van te maken en zij hebben het heel dankbaar aanvaard. Mevr. Hoebe heeft er plezier in om al die mensen voor het raam te zien kijken naar de oude spulletjes van Betsie Groen en de maquet tes van Frans van der Eng. De oplettende lezer zal nu gedacht hebben: wordt er niet iemand van het gezin Hoebe vergeten? Nee, dat wordt hij zeker niet. U bedoelt natuurlijk Cor. Dit was wel een Hoebe maar geen techneut, laat staan een ijzervreter. Cor vond ijzer te hard als het koud was en te heet als het zacht was. Hij wilde liever buiten in de vrije natuur. Hij wist zelf ook niet wat hij wilde worden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2004 | | pagina 9