w.
gewassen. Omdat er veel sloten waren, was het moeilijk
om deze machine te gebruiken. Het werd bestuurd door
er achter te lopen en zo de bochten te maken. Veel later
maakte een tractor het werk van ploegen en cultiveren
veel lichter.
Vader experimenteerde met proefbedden met tulpen
soorten die op kleine stukjes grond werden gepoot. Ik
kan me nog herinneren de prachtige bloemen in allerlei
kleuren, waarbij sommige bijna 10 cm. groot werden.
Ook werd koolzaad van rodekoolplanten geteeld. Deze
waren in de winter bewaard gebleven. Hij sneed er een
kruis in en dan werden de stronken in de aarde gezet.
De koolplanten begonnen te bloeien en zorgden voor
veel nieuw zaad.
Naast de bouwerij was vader ook actief in het dorps
leven. Hij mocht graag lezen ondanks het feit dat hij
maar één goed oog had. Hij was ook medeoprichter
van de bibliotheek in 't Veld.
In de winter, nadat vader had gecontroleerd of het
ijs sterk genoeg was, gingen we schaatsen op de
Molensloot. Ook was er een schaatsbaan gemaakt
op de ringvaart aan De Weel waar iedereen naar toe
ging. Soms kregen de kinderen ijsvrij om daar van de
winterpret te genieten. Ik liep er een hersenschudding
op toen iemand tegen mijn hoofd botste, terwijl ik leerde
schaatsen. Ik moest toen 6 weken rusten. Dat was niet
makkelijk voor mij.
De groentes die in die tijd geteeld werden, waren
rode- en wittekool, pootaardappelen, slabonen, bieten,
andijvie en witlof. Ook werden witte en bruine bonen
verbouwd en die werden gedroogd in de schuur
bewaard. Om gezonde aardappelen te telen, werden
er gedurende de groeitijd verschillende inspecties
uitgevoerd. Aardappelen zonder ziektes kregen de beste
prijs. In de winter werd de kool in de schuur bewaard en
gecontroleerd op rot. Vader moest tot het voorjaar alle
kolen regelmatig omstapelen en schoonhouden. Als er
in die tijd weinig groentes op de markt kwamen, dan had
je kans op een hoge prijs. Ik zie vader nog de bonen op
de keukentafel sorteren. Het was een langdurig karwei
om honderden kilo's schoon te maken.
Een stuk land was gelegen in de Tjaddinxrijtpolder, die
vroeger een klein meertje was geweest. Het was in 1632
drooggelegd. Vader werd gedurende de oorlog voorzitter
van dat polderbestuur. Een Amerikaanse molen hield
het water op peil. In januari 1945 werd de molen door
een storm beschadigd. Een maand later zorgde een
volgende storm ervoor dat de molen buiten gebruik
raakte. Omdat geld in de hongerwinter bijna waardeloos
was geworden, was het moeilijk om de reparaties te
betalen. Om de polder droog te houden, vond het
bestuur het goed dat alle ingelanden konden betalen
met graan of bonen in plaats van met geld.
Mijn vader was ook actief in de politiek. Hij werd twee
keer als afgevaardigde van de KVP (de Katholieke
Volkspartij) in de gemeenteraad van Oude Niedorp
gekozen.
Ook de kerk speelde een grote rol in ons leven. Op
zondag gingen we naar de mis en in de namiddag naar
het lof. In mei en oktober was er elke avond lof ter ere
van Maria. Daar moesten we ook naar toe. Als er op
zondag een spannende wedstrijd van VZV was, dan
moesten we net voor drie uur van het veld af om naar
de kerk te gaan. De rest van de match konden we niet
meer zien.
Toen mijn broers oud genoeg waren om vader te helpen,
werden ze naar de tuinbouwschool gestuurd. In de jaren
zestig werd het bedrijf grotendeels overgenomen door
Herman en Siem. Omdat er weinig land voor de land- en
tuinbouw beschikbaar was, waren er strenge controles
op wat wel en wat niet verbouwd mocht worden. Om
ziektes en virussen te voorkomen, mocht het land niet
elk jaar beplant worden met dezelfde gewassen. Het
was frappant om te merken hoe streng de autoriteiten
waren om iets anders te proberen. Toen ze van plan
waren om weer tulpen te cultiveren, zeiden de instanties
dat ze eerst een cursus moesten gaan volgen. Na het
examen werden de bollen op regels geplant om zoveel
mogelijk vierkante meters te telen. Nadat de bollen
uit de grond kwamen, werd er gemeten of de juiste
afmetingen waren gebruikt. Als er teveel was gepoot,
dan kreeg men een bekeuring. Wat mij betreft, was dat
een beetje te veel bureaucratie.
Koolzaad werd in het vroege voorjaar onder plat glas
gezaaid. Als de plantjes groot genoeg waren om
uitgezet te worden, dan werd elk plantje met de hand
gepoot. Er werd kunstmest gestrooid en elke stek op
het land kreeg water uit de sloot. Dit was zwaar werk
en veroorzaakte veel rugpijn. Vader had veel last
van reumatiek en werd dan door de dokter naar bed
gestuurd, soms wel voor weken.
Aardappelen werden ook met de hand gepoot, drie
rijen tegelijk. Als de aardappelen klaar waren, dan
moesten ze met de hand worden gerooid en gesor
teerd in drie soorten. Daarna werden ze gedesinfec
teerd en gewassen voor
ze naar de veiling gingen.
Dit werk nam vooral in
het hoogseizoen vele
uren in beslag.
Ik had als taak om de
groente uit eigen tuin
te verzamelen, zoals
Herman, Willem en Simon
bezig met koolplanten zetten,
op de achtergrond is het
woonhuis aan de Zwarteweg
nog net te zien.