De kruidenierswinkel was direct al een schot in de roos, niet alleen voor de buurt maar ook voor de verre klanten van Jaap. Zo konden zij, als hij wekelijks langs kwam, alle levensmiddelen die voor een gezin nodig waren, bij hem bestellen. Schoenveters, zeep en ook zelfs het bekende zakje blauw, alles kon Jaap bezorgen. Er bleef voor hem weinig vrije tijd over want 's zondags voor de hoogmis kwamen de boerinnen die veraf of in de landpaden woonden, een boodschappenbriefje brengen. Dan kon Jaap onder kerktijd de gevraagde boodschappen klaarmaken. In die tijd waren suiker en vele andere artikelen nog niet verpakt. Alles moest in papieren zakjes afgewogen worden en de stroop werd in een kannetje gegoten. Na de mis kwamen de boerinnen de bood schappen ophalen en als die nog niet klaar stonden, zaten deze dames genoeglijk te wachten onder het genot van een vers bakkie en een babbelaar die Jaap gul •trakteerde. Zij kenden geen haast want ze moesten toch op hun mannen wachten. Die pakten na de mis eerst even een borrel bij de oude Jonker in café De Vriendschap en daarna moesten ze de paar den nog inspannen. Elke zondagmiddag ging Jaap met zijn vrienden naar het café voor zijn wekelijkse potje biljart. Dat biljarten op de zondagmiddag is uit de tijd dat hij de school had verlaten en koopman werd. Uit die tijd stamt ook het volgende verhaal. Tijdens zo'n middag keek Ja cob door het raam naar buiten en zag dat een jong stel met een baby op de arm naar de kerk gingen om het kindje te laten dopen. Een van zijn vrienden riep naar hem: "Jaap, sta niet te dromen want je bent aan stoot". Toen sprak hij de historische woorden: "Dat moidje, wat nou doopt wordt, deer gaan ik later mee trouwe!" Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die dit verhaal geloven. Ik vind dit ook zeer vermakelijk. Wat de leeftijd betreft had het zo kunnen gebeuren maar de geboorteplaats van het meisje waarmee hij later trouwde, was niet 't Veld maar Koedijk. Zo heeft hij nog menig jaar als vrijgezel met zijn winkelwaren en aanverwante artikelen langs de weg gereden en in de winkel gestaan om zijn goederen te verkopen. Menigeen vroeg zich af of Jacob wel "vrouwenvlees" had, zoals men dat toentertijd noemde. Maar ja, hoor, plotseling gingen de geruchten dat hij ver kering had en dat er definitieve trouwplannen waren. Of de aanstaande bruid een winkelmeisje of zijn huishoudster was, dat vertelt de geschiedenis niet. Deze schoonheid was wel een zeer jonge bloem. Zij was bijna twintig jaar jonger dan Jaap. Op veertien april 1890 werd het huwe lijk van Jacob Bijwaard en Caatje Schut voltrokken. Ik moet mij al vergissen maar dit zal wel een groots feest geweest zijn en zal veel bruidsuikers hebben gekost. Jaap was immers altijd al een hartelijk en gul mens voor zijn klanten. Na zijn huwelijk kwam er meer regelmaat in zijn leven. Daarvoor rommelde hij maar wat met de tijden van thuiskomen en weggaan. De woning van de familie Bijwaard werd in de loop van de tijd al aardig benut want er werden drie dochters en twee zonen geboren. Er kwam voor moeder Caatje dus veel werk aan de winkel. Het was voor haar niet meer mogelijk om 's zondags de klanten thuis te ontvangen. Daar hadden de dames die we kelijks de boodschappen haalden, alle begrip voor. Zij hadden zelf immers ook een gezin. Jacob ging daarom elke zondag naar de kerkenstal en als daar de rijtuigen met de kerkgangers aankwamen, haalde hij de boodschappenlijstjes op. Onze ijverige kruidenier maakte tijdens de mis de bestellingen klaar en zette die in de wagens. Na de mis wer den de rekeningen van een week daarvoor betaald. Dit ging zo menig jaar. Toen de kinderen groter werden, hielpen die ook mee. Adriaan was al vijf jaar, toen hij nog een broertje kreeg. Dit was een Jan met de doopnamen Johannes Joseph, geboren op 27 maart 1901. Deze Jan was de zestiende Johannes van de West-Friese tak van de familie Bijwaard. In de vijftiende eeuw heeft er ook nog een wapen van de familie Bijwaard bestaan. Dit stond op een grafsteen bij het kerkje van Veenhuizen in de gemeente Heerhugowaard. Na veel zoeken is gebleken dat de steen inmiddels gebruikt is voor een toegangspad bij de kerk en ondersteboven ligt. Vader Jaap heeft een jaar later de boerderij waar hij naast woonde, gekocht. Of hij dit gedaan heeft voor de toekomst weten we niet zeker. Dat Adriaan geen aan leg voor koopman of winkelier bezat, had vader Jaap vermoedelijk al heel vroeg in de gaten. Adriaan trouwde met de dochter van Jan Bakker. Bij zijn schoonvader heeft hij het vak van bollenkweker geleerd en ook de dochter bestudeerd. Zij was in zijn ogen een heel mooie bloem waarmee hij zijn verder leven wilde delen. Jan Bakker was een kleine man met grote daden. Hij had toen al verschillende bestuursfuncties; zat in de ge meenteraad. Hij heeft op De Weel het mooie huis met schuren laten bouwen, waar nu de familie Kouw woont en bezat voor zijn bedrijf de eerste auto in deze om geving. Johannes Joseph Bijwaard, geboren op 27 maart 1901

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2004 | | pagina 24