Van hondenkar tot stationcar Van een vergaande dienstverlening naar betaalde service Caatje Schut en Jacob Bijwaard, geportretteerd door Arpad Moldovan in 1918 Daar kan een kleine zelfstandige nog veel over vertellen! De hondenkar was in de achttiende eeuw een gemakkelijk en voordelig transportmiddel voor de koopman. Hiermee kon men overal vlug en goedkoop reizen en men kwam veel verder dan met de kruiwagen of de handkar. In die tijd overbrugden deze mensen dagelijks al behoorlijk grote afstanden. Zo is Jacob Bijwaard met venten langs de weg be gonnen. In het begin verkocht hij vooral klompen en laarzen. Omdat toen de laarzen nog van leer waren, had Jaap om dit schoeisel te onderhouden ook doosjes leervet op zijn kar. Waarschijnlijk kreeg hij daarom de bijnaam van Jaap Leers. Jacob is geboren op 11 maart 1847 in de Kampen, gemeente Oude Niedorp. Hij was de tweede zoon van Jan Bijwaard en Aafje Heddes. Zijn vader had daar een gemengd bedrijfje, was landbouwer met wat vee. De oudste zoon, vernoemd naar zijn vader dus ook een Jan, was al op jonge leeftijd langs de weg met manu facturen. In de volksmond noemde men dit een lapjes- poep. Deze Jan Bijwaard is later verhuisd naar Schagen en is tot zijn dood vrijgezel gebleven. Omdat Jaap betrouwbaar en behulpzaam was, kreeg hij in de loop van de tijd een grote klantenkring. Als een klant gebrek aan iets had en aan Jaap vroeg of hij hier voor kon zorgen, dan had hij dat op de volgende ronde op zijn kar. Op deze manier werd zijn sortiment steeds meer uitgebreid. De klantenkring werd groter, maar ook de afstanden. Ook in Kalverdijk en Warmenhuizen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2004 | | pagina 22