paste de as of de deut van het
wiel zodat het vlak lag. Ook om
de as moesten bandjes van
ijzer gelegd worden. In 't Veld
was Schiebroek voorheen de
wagenmaker. Misschien kunt u
hierover later nog eens wat in
ons boekje lezen.
In latere jaren kon men bij de
smederijen ook terecht voor
laswerk. Dat ging dan op
carbidgas met toevoeging van
zuurstof. Vanwege de veilig
heid, het brand- en ontploffings
gevaar moesten deze spullen
buiten in een aparte ruimte
worden opgeslagen. Nu was dit
voor ons jongens een prachtige
kans om carbid te jatten. Een
stukje carbid was voor ons een
begerenswaardig artikel want
met een leeg cacaoblikje of een
ander goed sluitend blikje kon je
daarmee geweldige knallen maken. Een heel klein
stukje carbid in de inktpot van je buurman was op
school helemaal het einde. Alle schriften en boeken in
zijn kastje waren gegarandeerd naar de maan en de
dader kreeg ook zo'n reis. De meester was des duivels
en gaf je dan een enorm pak op je donder, die je nog
heel lang kon voelen en dat was tot lering en vermaak
van de hele klas.
U, als lezer, heeft inmiddels begrepen dat dit stukje
over de smederij van de firma Hoebe gaat. Vaak waren
we voor de winkel aan het knikkeren en bij koud en nat
weer stonden we in de smederij waar het lekker warm
en gezellig was. Als vader Hoebe in het smidsvuur
stond te porren en zijn andere hand trok aan de ketting
van de blaasbalg die op de zolder lag, dan floot hij heel
gezellig tussen zijn tanden een kerkliedje. Deze
nostalgische indrukken zie ik altijd voor mij als ik langs
de smederij kom. Een vroegere schoolvriend vertelde
eens dat zijn grootvader hier ook smid is geweest.
Door al deze herinneringen ben ik aan het zoeken
gegaan en na veel uitpluizen en lezen van oude aktes
vond ik een "acte van boelscheiding" waarin geschre
ven stond dat Geertje Kuiper erfgename was van deze
herberg. Zij was van beroep kasteleines en woonde
aan de Kerkweg nabij de rooms-katholieke kerk in
't Veld ten oosten van Zijdewind in Oude Niedorp. Er is
een koopcontract van de verkoop aan Evert Pincster,
die in 1862 de herberg van haar kocht voor de som van
eenduizend gulden. De volgende stukken gingen weer
over een boelscheiding na het overlijden van Evert
Pincster in 1871 en een koopakte van zijn vrouw, de
weduwe Elisabeth Pincster - Sluiter. Vermoedelijk was
zij een zus van Casper Sluiter. De naam Sluiter kwa
men we ook al tegen in het verhaal over de winkel van
Tromp in Zijdewind, waar vroeger een slijterij was
gevestigd. Elisabeth heeft deze herberg verkocht aan
de grofsmid Nicolaas Hoebe onder de voorwaarde dat
er nooit meer een herberg, tapperij of kolfbaan mocht
worden gevestigd op straffe van een boete van vijfhon
derd gulden. Zo werd deze Klaas Hoebe voor f 2.070,-
eigenaar van deze herberg en werd de eerste smid in
't Veld. Of Klaas een goede smid was, vermeldt de
historie niet. Wel is bekend dat hij in 1882 is overleden
en zijn vrouw en kinderen achterliet met alleen maar
schulden. Uit overlevering heb ik begrepen dat hij nogal
bevriend was met vader Bacchus. Zo kwam het dat in
't Veld een smederij te koop werd aangeboden.
De ouderen onder ons kunnen het zich nog herinneren
dat in deze smederij Dirk Burger de voorhamer
zwaaide en het vuurtje warm hield. Dirk, een sterke
boerenzoon en een gedegen vakman, was geboren in
Oude Niedorp op 27 augustus 1858 en heeft in de
dagelijkse praktijk op jeugdige leeftijd het beroep van
grofsmid geleerd. Hij was een zoon van Cornelis
Burger en Wilhelmina Bleeker. Dirk kreeg verkering
met een struise boerendochter waarmee hij trots als
een pauw op de kermis in Zijdewind voor de kramen
omliep. Vele keren liep Dirk op zaterdagavond naar het
gehucht Tolken om te vrijen met zijn Trijntje. Nadat hij
van zijn aanstaande schoonvader Gerrit Borst toestem
ming had gekregen om met diens dochter te trouwen,
vestigde hij zich met zijn Trijntje in 't Veld als hoefsmid
en ook als boer. Hij had het pand gekocht voor
f 2.500,-. In tien jaar tijd was het niet zoveel duurder
geworden. Burger was een gezellige en drukke prater.
Voor de smederij van links naar rechts: oudste zoon Thijs, Cor, Jan, moeder Trijn en vader Piet.
Thans is dit pand in gebruik als oudheidkamer.