de ambachtschool te Alkmaar. Ze konden voor hun huis op de trein stappen. Mijn vader vertelde mij dat op een zekere dag Manus was vergeten om in Oudesluis uit te stappen. Hij was blijkbaar in slaap gevallen. Dat was echter geen probleem want hij gooide de deur van de coupé open en sprong er uit. Gelukkig voor hem reden de treinen in die dagen niet zo snel. Hij was niet gekneusd. Tonie leerde haar man kennen bij de bruiloft van Kees van Oorschot. Hij werkte ook bij het spoor. Omdat hij haar kende, had hij haar gevraagd of zij met zijn broer Bert naar de bruiloft wilde gaan. Ze trouwden in 1923 en kregen tien kinderen. Oom Herman behaalde zijn diploma als smid op de ambachtschool te Alkmaar en in 1909 begon zijn loopbaan als lichtmatroos (een onervaren matroos) bij de koninklijke marine. In de loop van de jaren heeft hij zich door de verschillende rangen opgewerkt. Zo promoveerde hij in 1934 tot opperschipper. Hij heeft drie keer naar Nederlands Oost-lndië, nu Indonesië, gevaren. Herman kreeg verschillende decoraties. Zo werd hij op Koninginnedag in 1937 benoemd in de orde van Oranje Nassau en kreeg van koningin Wilhelmina een zilveren medaille met de zwaarden. Hij was in 1920 in Den Helder getrouwd met de dochter van een marineofficier, Martha Burgers, en kregen een zoon, genaamd Wim. Mijn vader Willem Bierman studeerde op dezelfde school waar ik bijna vijftig jaar later ook naar toe ging. Hij wilde timmerman worden. Hij heeft mij de tekenin gen van zijn examenwerkstuk laten zien. Het was een wenteltrap die hij moest bouwen met alleen maar handgereedschap. Zonder elektrisch gereedschap was het een moeilijke taak. Ik kan me nog de grote gereedschapskist herinneren die vol met beitels en schaven op onze zolder stond. Na de ambachtschool ging vader werk zoeken. Hij ging naar Limburg waar De Staatsmijnen (DSM) aan het uitbreiden waren en werkte aan mijnschachten, bruggen en bekistingen voor het storten van beton. Vaak was hij diep onder de grond in de mijnschachten. Als de mannen naar beneden gingen, dan was de groet „Glück auf'zo vertelde hij mij later. Met de moord op de Oostenrijkse kroon prins Franz Ferdinand waren de condities voor het begin van de Eerste Wereldoorlog rijp. Ondanks het feit dat Nederland in die oorlog neutraal bleef, kondigde de regering toch een algemene mobilisatie af. Net als zoveel andere, gezonde, Hollandse mannen werd Willem Bierman opgeroepen om voor zijn nummer in het leger te dienen. Na een eerste opleiding werd hij naar de Belgische grens gestuurd om deze te verdedigen. Na de oorlog keerde Willem, nu sergeant, terug naar het noorden. Hij vond werk bij de deurenfabriek van de firma Boekei in 't Veld. Omdat zijn zus Alie getrouwd was met Cees de Boer, leerde hij de zus van Cees, Vrouwtje, kennen. Ze kregen verkering en op 14 juli 1921 gingen ze in ondertrouw. Op 4 augustus 1921 trouwden ze in de Sint Martinuskerk in 't Veld. Willem en Vrouwtje woonden in een oude boerderij, een echte West-Friese stolp met rieten dak. Alie en Cees de Boer woonden aan de andere kant van het huis. Omdat het minder goed ging met de economie, kreeg de deurenfabriek steeds minder opdrachten. Willem moest naar ander werk uitkijken. Gelukkig gaf zwager Cees hem een baantje op zijn tuinderij. Zo begon Willem met zijn tweede beroep. De kinderen die aan de Rijdersstraat geboren werden, waren: Willem Simon (Wim) op 19 juni 1922, Gezina Cornelia (Sientje, later Clezien) op 30 oktober 1923, Cornelia Catharina (Nel) op 10 mei 1925, Simon Hermanus (Siem) op 18 januari 1927 en Hermanus Cornelis (Herman) op 13 april 1929. Het is interessant dat onze ouders als naam voor het volgende kind de tweede naam namen van het vorige mannelijke of vrouwelijke kind. Op deze manier was de naam van het nieuwe kind al voor de geboorte bekend. Ze moesten alleen afwachten of het een jongen of een meisje zou worden. Met vijf kleuters in de oude boerderij begon het wel wat druk te worden. Vader Willem begon uit te kijken naar wat land om er een eigen bedrijf te gaan beginnen. Hij kocht land aan de Zwarteweg, in de bocht van de Molensloot. "f M N> wordt vervolgd v.l.n.r. staand: Kees, de schrijver van dit artikel, Siem, Nel, Klezien, Wim, Herman en zittend Vrouwtje de Boer en Willem Bierman.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2003 | | pagina 14