Vollegrondgroenteteelt „Van zaaien tot en met veilen" Dit verhaal gaat over de periode waarin mijn vader Jan Dekker (Johannes Theodorus), geboren op 1 februari 1912 te Harenkarspel, tuinder is geweest; de periode vanaf zijn trouwen op 12 februari 1947 tot aan de overdracht van zijn bedrijf aan het O.N.S.-fonds in 1969. Mijn vader kocht een boerderijtje aan de Zwarteweg nummer 7 (toen nummer 270) in 't Veld van de heer Kamp en betrok dat als tuinderswoning na zijn trouwen met mijn moeder Corrie (Cornelia) Ruitenburg, geboren op 3 augustus 1922 te Anna Paulowna. De schuur In 1954 werd er een schuur bij ons op het erf aan de Zwarteweg gebouwd. Voordat de schuur er stond, werd de kool opgeslagen in een schuur bij ome Dirk aan de Zwarteweg 10 en de uien in het Aabeco-gebouw „De Hut" aan De Weel. De wortelen en rode bieten werden buiten opgekuild en een deel werd meteen geveild. De schuur bevatte luchtkoeling. Door twee ventilatoren werd buitenlucht aangezogen en die lucht werd vervol gens door goten geblazen. Op de goten lagen plankjes met kieren ertussen, zodat de lucht door die kieren tussen het gewas, dat los op de goten en de beton- vloer was gestort, kon stromen. Zo werden de producten gedroogd en enigszins ge koeld. Om overdruk te voorkomen, werden dan roos ters achter in de schuur geopend. Het was een vorst- vrije schuur met stilstaande lucht als isolatie in de spouw. De schuur was ingericht voor paard en wagen. Een paard kon een volle wagen de schuur in trekken. In de schuur werd het paard losgekoppeld want alleen een paard kon door de achterdeur. Na het lossen werd de wagen handmatig de schuur weer uitgeduwd, op het erf gekeerd en daarna werd het paard er weer voor gespannen. De schuur was verdeeld in boxen, links en rechts van Het bedrijf van de familie Dekker aan de Zwarteweg in de jaren vijftig.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2003 | | pagina 6