In de dertiger jaren werd aan de Rijdersstraat, nummer
118, een nieuwe woning voor Jo gebouwd. Hij trouwde
met zijn bruid Lies Dol en ging dus het huis van zijn
tantes verlaten. Uit dit huwelijk zijn zes kinderen
geboren: vier meisjes en twee jongens.
Poepie Kamp was een echte vechter voor de zaak,
was handig en niet bang voor een paar smerige han
den. Dat laatste heeft hij wel bewezen in de eerste
oorlogsjaren toen alles schaars was. Hij kon ook geen
nieuwe banden voor de auto kopen. Soms moesten ze
tijdens een rit naar Amsterdam driemaal een band
verwisselen want van een nieuwe band kon je alleen
maar dromen. Op een van deze reizen zei Lies: „Nou
Jo, dit is toch wel een wonder: op de heenweg geen
pech en nu zijn we al bijna in de Heerhugowaard en
dicht bij huis. Is dat niet fijn?" Jo zat al gespannen
achter het stuur en riep: „Mens houdt je snater, want
we Op hetzelfde moment was het „knal". Later in
deze oorlogsjaren heeft hij menigmaal deze rit op de
fiets gedaan.
Zoon Piet heeft vader Jo opgevolgd en is later naar de
Wieringermeer vertrokken om een flinke zaak op te
bouwen. De dochters hebben nog heel wat jaartjes hun
tantes in de winkel geholpen. Toen de naaischool in
't Veld van de eerwaarde zusters niet meer rendabel
was en de naaimeisjes niet meer in de winkel kwamen
voor garen en band, werd de winkel van de gezusters
Prinz opgeheven. In 1968 heeft de eigenaar van café
De Vriendschap, buurman Jb. Kramer, het gehele pand
gekocht en heeft er ten behoeve van zijn zaak een
parkeerterrein aangelegd.
Zo is dan ook uit 't Veld weer een fraai en nostalgisch
winkeltje verdwenen, dat al meer dan honderd jaar
heeft bestaan: Prinz op nummer 94.
De dames Prinz op visite in Heerhugowaard.
v.l.n.r. Annie Bes, Jb Ligthart en Jo Kamp.
Op de achtergrond links het winkeltje van Prinz en rechts café
De Vriendschap van Arie Slijkerman.