(3
Poepen
Na twee afleveringen „Poepen" ben ik nog niet uitgepoept, want we hebben bijna het winkeltje van
Jaspers en zijn Mietje in 't Veld vergeten. Dat is niet leeg blijven staan. Daar is later Joan Prinz in gaan
wonen en heeft hier weer een manufacturenwinkel in gevestigd.
Deze man was ook een echte
poepenzak. Joan Herman Prinz
werd op 18 augustus 1848 in
Luningen in Duitsland geboren. Hij
huwde hier met Catharina Zomer
dijk en ze kregen wel tien kinde
ren. Eén van de kinderen werd
dood geboren, enkele hebben
maar een paar uur geleefd.
Anderen leefden maar een paar
maanden of enkele jaren. Zo in
korte tijd vijf kinderen verliezen, is
toch wel heel triest. En nog was
het niet genoeg. Dochter Trien die
getrouwd was met Jan Kamp en
in Heerhugowaard woonde, was
steeds aan het ziekbed gekluis
terd. Vader en moeder Prinz
hebben de kleine Joop toen thuis
gehaald. Hij was toen nog maar
een kleuter van een jaar of twee.
Opa en oma Prinz hebben de
kleine Jopie opgevoed. Het was een rap en vlug ventje
en goed van de tongriem gesneden. Hij werd daarom
kalm maar zeker in de richting van het manufacturen-
vak gestuurd. Opa Prinz had zelf geen opvolger, terwijl
de kleine Jo zijn oogappel was. Hij hoopte dat Jo de
zaak later zou voortzetten. Ook waren er nog drie
dochters thuis: Anna, Marie en Lies. Later, na het
overlijden van de ouders, werd er altijd gesproken van
de dames Prinz. Voor het dorp waren het ook dames.
Net als neef Jo waren ze heel netjes en heel klein van
stuk. Zij kwamen een beetje deftig over, maar het
waren heel goede en lieve mensen. Dat zij geen man
hebben gekregen, is eigenlijk onbegrijpelijk. De dames
konden heel goed met elkaar overweg. Zij waren ook
zeer trouwe leden in de kerk. Met lof of vesper waren
ze altijd aanwezig op hun vaste plek onder de preek
stoel. In huis had elk zijn eigen taak. Anna deed het
huishouden en bemoeide zich dan ook nergens anders
mee. Marie was naaister. Niet zomaar een naaistertje,
maar zij was coupeuse. Voor de meisjes maakte ze
mooie japonnetjes en voor de bruiden prachtige bruids
jurken. Voor de jongens naaide ze pakken die ook bij
hun eerste communie werden gedragen.
En dat was altijd tot volle tevreden
heid van de klanten. Als Lies door
een van de andere tantes geroe
pen of aangesproken werd, was
het altijd Lieze. Dat klonk dan wel
een beetje deftig. Lies beheerde
de winkel, stond de vertegenwoor
digers te woord en regelde de
inkoop. Zij ging daarvoor regel
matig naar Amsterdam. Als je in
het winkeltje stond, dan kon het
daar zo lekker nieuw ruiken en je
stem klonk nogal dof. Dat kwam
natuurlijk door de rollen stof die er
opgestapeld lagen. Er hing in dat
winkeltje een geheel eigen sfeer,
zo kwam dat bij velen over.
Na verloop van tijd zag men Jo
regelmatig langs de weg zijn
klanten bezoeken. Bij mensen die een spaarkaart
hadden, werd die afgestempeld en hij probeerde dan
tevens wat te verkopen aan die mensen. Dit was
immers toch zijn vak. Omdat hij klein van stuk was en
in de volksmond een poepenzak, werd hij goedmoedig
Poeppie Kamp genoemd. Ik zie hem nog zo voor mij:
een kort mannetje met kleine dribbelstapjes, keurig in
het pak en een brede lach om zijn mond. Samen
gingen Jo en Lies bijna wekelijks voor inkopen naar
Amsterdam. Zij fietsten dan naar het station te Noord-
Scharwoude en gingen met de trein verder. Al snel
werd er een auto aangeschaft. Dat had het voordeel
dat zij met eigen vervoer naar de stad gingen en ook
de goederen dezelfde dag mee naar huis konden
nemen. Zo kon Jo zijn klantenwijk ook verder uitbrei
den.
In het culturele leven van het dorp heeft Jo wel degelijk
zijn steentje bijgedragen. Hij was één van de oprichters
van de voetbalvereniging Rood-Wit en zat ook in het
bestuur van het pinkstercomité. Wat we vooral niet
mogen vergeten is zijn werk voor de toneelvereniging.
Hij is daarvan veertig jaar regisseur geweest.
Joan Herman Prin^,
BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIOER
geboren te Ltlnlngen 19 Augustus 1849
tin na langdurig, blijmoedig gedragen,
lijden, voorzien van de HH. Sacramen
ten, overleden te 't Veld, Gemeente
O. Nledorp, M Juli 1021 en begraven
19 juli d.n.v. opliet P. K. Kerkhot aldaar.
Die wenscht ontbonden en met Chris
tus te zijn, sterit niet met geduld maar
hl] leeft met geduld en bij sterft met
genoegen. H. Aug.
liet is een groot teeken van voorbe
schikking, als men van den hemel de
gave heelt ontvangen, dikwijls met lief
de te bidden tot de Moeder Maagd.
Re zon zal u niet meer tot daglicht
dienen.... msar de lieer zal u zijn tot
een ecuwig licht.... Pa. LX, 10.
Mijne dierbare echlgenoote en kinderen,
uw vader verlaat u, bij verlaat deze
Wereld, waar hij veel geleden heelt.
Vergeet béiti niet In uwe gebeden.,.. Ik
héb u allen zoo teedcr liefgehad j blijlt
vcreenlgd onder elkander; dient Uod
getrouw. Vaartwel, wij zullen elkander
spoedig wederzien. H. Ant.
Ocnadlge Heer Jezus, geef hem de
eeuwige rust. Mijn jeztis, barmhar
tigheid. Zieltogend Hart van Jezus,
ontferm U over de stervenden. Zoet
Hart van Maria, wees mijn heil. Alle
Heiligen en Engelen Oods bidt voor
lieni.
Onze Vader Wees gegroet.