Munten Het is niet te doen om alle 48 gevonden munten te beschrijven. We zullen ons beperken tot de meest interessante. Een oord uit Friesland van ongeveer 1610 De oudste munt die door de heer Bruin op zijn erf is gevonden is een oord van 1610 uit Friesland. Een oord is Va stuiver. Deze oorden werden vanaf 1580 te Leeuwarden in koper geslagen. Dit muntrecht is in 1752 opgeheven. Een duit uit Friesland van 1626 Een duit was sinds de veertiende eeuw de naam van een munt ter waarde van Va van een groot of 1/s van een stuiver. Aanvankelijk werden de duiten in zilver gesla gen, maar na 1573 in koper. In de zeventiende en achttiende eeuw was een duit de kleinste eenheid in het Nederlandse muntstelsel. Een stuiver uit Groningen en Ommelanden van 1684 In het begin van de vijftiende eeuw was de stuiver het grootste zilverstuk. Sedertdien is de stuiver de basis van het muntstelsel in de Nederlanden geworden. In de loop van de vijftiende en de zestiende eeuw ontwik kelde de waarde van de stuiver zich verschillend in diverse gewesten. Zo bestonden naast elkaar: de Brabantse, de Luikse (Va van de Brabantse stuiver), de Gelderse, de Overijsselse en de Groningse stuiver. Ten tijde van de Republiek raakten deze lokale stuivers in onbruik. Deze gevonden stuiver was 8 duiten of 1/20 gulden waard. Op grond van een overeenkomst tussen de stad en de Ommelanden (delen van de provincie Groningen) werd in 1673 een provinciale munt opgericht. Deze werd in 1692 al weer gesloten. Een duit uit Utrecht van 1784 In 1577 namen de Staten het beheer van de munt over en ontwikkelden zich tot een van de productiefste munt huizen van de Republiek. De aanmuntingen duurden vrijwel ononderbroken tot 1808. Een koperen cent van Willem I uit 1837 Aan de voorzijde van de cent staat een gekroonde W tussen het jaartal en aan de achterzijde het gekroonde Nederlandse wapen tussen de 1 en de c. Deze munt heeft een gladde rand. Op de munt staat een fakkel als meesterteken. Er zijn er ongeveer vijf miljoen geslagen. Een verzamelaar zal er momenteel 2 voor geven. Een zinken cent van Wilhelmina uit 1942 Aan de voorzijde staat een recht kruis en op het lint NEDERLAND en aan de achterkant de waarde- aanduiding met 4 golven en korenaren. De rand is gekarteld en er staat geen muntmeesterteken op. In totaal zijn er 241,2 miljoen stuks geslagen, dus de waarde voor een verzamelaar is vanwege het grote aantal niet hoog: ongeveer 20 eurocent. Behalve deze uitgewerkte voorbeelden van de gevon den Nederlandse munten zijn er ook buitenlandse munten gevonden, zoals uit Keulen een kwart Stuber van 1739, uit Zweden 1/e öre van 1718, uit Frankfurt a/d Main 1 Heller (een duit) van 1829 en uit België een muntstuk van 2 centimes uit 1845. Ook deze buiten landse munten werden door het Nederlandse publiek geaccepteerd. Het ontbreken van West-Friese munten in de vondst is echter vreemd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2003 | | pagina 22