Wortelen Men freesde het geploegde land en met paard en harriejoep trok men ruggen. Deze ruggen werden door een met de hand getrokken wentel plat gerold en vervolgens zaaide men met de zaaimachine twee regels met wortels in. Het onkruid werkte men door middel van het aanaarden met de harriejoep er onder en in de regel plukte men het met de hand weg. Wortelen was een van de eerste gewassen waarbij men chemische onkruidbestrijding toepaste. We stonden verbaasd dat je met een bespuiting met het middel Shell W hetzelfde resultaat had als vele dagen onkruid plukken. In de herfst werden de volgroeide wortels gerooid. Met de hand schoof men het loof van de wortels. Met de lichter lichtte men de wortels op, haalde ze handmatig uit de grond en legde ze daarna in veilingkisten. Met paard en wagen haalde men de veilingkisten van het land en reed ze naar de schuur. Ook de wortels stortte men los in de boxen. Voor het klaarmaken voor de veiling schepte men de wortels met een vork uit de box op de hor. Daar zocht men ze uit en sorteerde men ze. De wortelen gingen dan weer in veilingkisten en werden vervolgens door Leegwater naar de veiling gereden. Slabonen Dat was een warmteminnend gewas dat nooit te snel gezaaid moest worden om een goede opkomst te waarborgen. Het zaaien gebeurde meestal in de loop van mei en ging als volgt. De lijnen werden met de houten lijnentrekker getrokken. Een zakje met bonen hing voor je buik en daar haalde je een handjevol bonen uit. Met een klein schopje maakte je een gaatje waarin je twee boontjes liet vallen. Met je voet drukte je het gaatje dan dicht. Meteen nadat alle bonen waren gezaaid, werd er om het perceel en tussen de percelen haver gezaaid om de bonen in de luwte te laten groeien. Bij goed weer konden na een paar maanden de eerste boontjes worden geplukt. Men plukte de boontjes op maat van de planten en in een tijdsbestek van tien tot veertien dagen waren de planten leeg. De boontjes deed men tijdens het plukken in een emmer en de volle emmers leegde men in een jutezak. Omdat er maar enkele zakken per dag werden geplukt, werden deze niet met paard en wagen naar huis gereden maar achter op de bagagedrager van de fiets of in het melkkarretje van ome Dirk die met datzelfde karretje de melkbussen aan de weg zette. Thuis leegden we de jutezakken in veilingkisten en na het wegen op de bascule reed Leegwater de boontjes naar de veiling. Witlof De witlofpennen werden net als wortelen in ruggen gezaaid en op dezelfde manier onkruidvrij gehouden. Wel dunde men de witlofpennen uit om ze tot de juiste maat te laten groeien. Ook de pennen werden door de lichter opgelicht. Daarna legde men ze naast elkaar met de bovenkant op precies dezelfde hoogte. Vervol gens sneed men het loof op twee centimeter boven de pennen af en ook de punten van de pennen sneed men bij. Daarna stopte men de pennen mannetje aan mannetje rechtop in de grond. Daarvoor groef men een kuil van twintig centimeter diep, een meter breed en net zo lang als er pennen waren. Nadat men de pennen in de kuil had geplaatst, deed men er grond over zodat ze vorstvrij waren en er kroppen van tien tot twintig centimeter konden groeien; het zogenaamde witlof. Witlofpennen rooide en kuilde men meestal als laatste. Dit was dan ook altijd een koude klus. In het vroege voorjaar haalde men de grond van het witlof, brak men het stuk voor stuk van de pennen af en legde ze in kisten. Meteen daarna moest het lof in de schuur worden schoongemaakt. Menig uurtje hebben pa, ma, Jeanette en ik de buitenste vuile blaadjes van de kroppen gepeld en de onderkanten bijgesneden. Vervolgens plaatsten we deze helderwitte kroppen in veilingkisten en dekten ze af met blauw papier om het groenkleuren in de kisten te voorkomen. Witlof was van zaaien tot oogsten een gewas dat bijna een jaar rond op het bedrijf aanwezig was. (Met dank aan de heer P. J Dekker te Waddinxveen)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2003 | | pagina 10