2. Ten noorden van Zijdewind? Oud-burgemeester van Harenkarspel, de heer W. Wesselink, beweert in de Schager Courant van 7 augustus 1999 dat het preekhuis ten noorden van Zijdewind heeft gestaan. Het moet volgens hem in de buurt van de boerderij van de heer S. Wit (Provinciale- weg 5) zijn geweest, in het Nieckelandt, waar het wa tertje de Nieckeboe kronkelt. Vroeger was dat volgens hem een vaanweg van wel 6 meter breed. Het preek huis had ook een aanlegsteiger in de vorm van een stenen kademuur. Verder zegt hij dat er een forse fun dering in de grond is gevonden, die veel groter is dan de boerderij uit ongeveer 1900. In deze buurtschap was er in ieder geval ruimte genoeg voor al die wagens, paarden en de drieduizend mensen. Ook door de vondst van een reispiëta van 5 cm. hoog is de heer Wesselink ervan overtuigd dat daar 350 jaar geleden het preekhuis heeft gestaan. Toch is het na zoveel ellende, martelingen, folteringen en verbanningen niet logisch dat de eigenzinnige Zijdewinders, nu het eindelijk vanwege het vredesverdrag mocht, hun kerk buiten de bebouwde kom van het dorp bouw den en zeker niet aan de noordkant van het dorp. Omdat de gehate heer Sonoy altijd van uit Schagen, dus vanuit het noorden, Zijde wind binnentrok, ligt het voor de hand om het gebouw juist in het zuiden van Zijdewind te plaatsen, maar daar was veel minder ruimte. Er wordt beweerd dat de gevonden fundering op het land van de familie Wit veel groter was dan een oude boerderij. Het preekhuis had een oppervlakte van ongeveer 224 m2 (14 bij 16 meter), terwijl een gewone boerderij een oppervlakte heeft van bijvoorbeeld 256 m2. Als de gevonden fundering veel groter is, dan kan dat dus nooit van het preekhuis zijn geweest. En als het preekhuis aan dat brede water had gelegen, zoals de heer Wesselink beweert, dan zouden vicaris Jacobus de la Torre en ongeveer 20 pastoors wel in een bootje zijn gevlucht. Zij vlucht ten echter met paard en wagen over de groene dijk van de pas drooggemaakte Heerhugowaard. De vondst van een reispiëta zegt natuurlijk niets over de plaats van het preekhuis. Reizigers hadden het overal kunnen verliezen. Uit het bovenstaande zouden we in eerste instantie kunnen concluderen dat het preekhuis niet op deze plek zal hebben gestaan. Op een oude kaart (zie pa gina 16) is echter duidelijk te zien dat er 350 jaar gele den in die omgeving zeker 8 huizen stonden. Het was dus een echte buurtschap en er was genoeg ruimte om er een preekhuis te bouwen en om 3.000 mensen te ontvangen. 3. Op de plaats van de koeienkerk? Zuster Mariophila heeft 35 jaar geleden ook deze ge schiedenis in de Heraut beschreven. Zij en de heer F. Jong Sr. gingen ervan uit dat het preekhuis op de plek stond waar later de zogenaamde koeienkerk kwam, waar nu de rotonde ligt. Ook de al eerder ge noemde adviseur van monumentenzorg, de heer J.L. Lutjeharms, was deze mening toegedaan. Om aan de "dagelijcks aangroeijende stoutichheid der pausgesinden" paal en perk te stellen, werd door de kerkraden verzocht een gereformeerde kerk (de latere "koeienkerk") te mogen bouwen. Dat is in 1652 inderdaad gebeurd maar niet op de plaats van het voormalige preekhuis. Dit weten we ze ker, want 5 jaar na het bouwen van de nieuwe kerk werd op last van de Gecommitteerde Raden de hof stede waarop het roomsgezinde preekhuis te Zijdewind had gestaan voor f 352,- verkocht aan Jan Pietersz. Meijnderts en zijn broer. We komen dus tot de slotsom dat het preekhuis niet op deze plek zal hebben gestaan. 4. Op het erf van de heer C. Raatgers? De heer Th. Stadegaard veronderstelde in zijn onder zoek „Ontstaan en geschiedenis van 't Veld" dat het preekhuis op het terrein van de heer Cees Raatgers (Havenstraat 37) werd gebouwd. Ook pastor Vertelman gaat in een ingezonden stuk d.d. 9 augustus 1999 er van uit dat het preekhuis meer centraal in het dorp moet hebben gestaan. Toch is het om twee redenen niet waarschijnlijk. Op het kaartje uit ongeveer 1870 (zie pagina 18) is duide lijk te zien dat er tussen de woningen Havenstraat 35 (nu de woning van de familie Bakker) en Havenstraat 49 (mevrouw A. Keetman) te weinig ruimte was om alle paarden, wagens en 3.000 mensen te herbergen. Bo vendien zijn er, voorzover wij weten, geen restanten van bijvoorbeeld een fundering gevonden. Op de uitvergrote foto hierboven zien we echter duidelijk dat er bij de ringsloot toch iets moet hebben gestaan. te .*4 Wat heeft er gestaan achter het huis van de heer Raatgers vlakbij de ring sloot? Het preekhuis?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2002 | | pagina 16