a Zijdewinders: een bijzonder, eigenzinnig volkje! In de vorige twee afleveringen hebben we het gehad over de gebeurtenissen tijdens en na het bezoek van bisschop Jacobus de la Torre aan Zijdewind. U heeft kunnen lezen dat het fraaie preekhuis, gebouwd in 1648 en 1649, al op 12 oktober 1649 radicaal werd afgebroken. Het hout werd zodanig stukgemaakt dat het niet meer gebruikt kon worden. Was de fundering van steen? Dan zouden we misschien ooit eens de plaats van het gebouw kunnen achterhalen. De plaats van het preekhuis Over de plaats van het preekhuis zijn een aantal zaken bekend Het gebouw lag in een boomgaard bij de woning van Claes Aelberts. Het lag niet buiten het dorp want men heeft het over nabijgelegen woningen. Er was een voor poort die gesloten kon worden. Het terrein was 9 snees groot (ongeveer 2000 vierkante meter?) en werd ten oosten begrensd door de woning van Willem Albert en ten westen door het huis van Sijmon Lammert. Er was in ieder geval ruimte voor ongeveer 3000 personen met vele paarden en wagens. Deze stonden langs de weg, op het erf en in de boomgaard van de omliggende huizen en ook bij de kerk zelf. 1. Een bestaand gebouw? In de tachtiger jaren heeft de heer J. L. Lutjeharms, adviseur van Rijks-monumentenzorg, een causerie ge houden over de kapelkerk te Zijdewind. Deze expert veronderstelde dat deze kerk op een plaats stond waar zich sinds de eerste predikingen door Willibrord en Bonifacius in de achtste eeuw een centrum van chris telijk geloofsleven heeft bevonden. Overal werden bede huizen gesticht, zo ook in Zijdewind. Dit, volgens de heer Lutjeharms, uit ongeveer 1300 daterende bouw werk vormde in 1649 nog het centrum van katholieke geloofsleven in het uitgestrekte gebied. Hierna vertelde hij over het verstoorde vormfeest. De heer Lutjeharms veronderstelde dus dat het preek huis al eeuwen bestond tijdens de gebeurtenissen in 1649. Hij maakte echter nog een tweede fout door te stellen dat de katholieken in dit gebied het er niet bij lieten zitten. Aangemoedigd door koster Pieter Meijnertsz., die tevens de taak van hulpprediker waar nam en bijgestaan door Jac. Jansz. en Corn. Lambertsz., allen van Blokhuizen, besloot men om een nieuwe kerk te bouwen. Volgens de expert van monu mentenzorg legde de koster in 1652 de eerste steen. Het is echter waarschijnlijker dat juist niet-katholieken toestemming kregen om een nieuwe protestantse kerk, later de koeienkerk, te bouwen in die katholieke enclave. Deel 3 t BIÏEOC MFE3.' Deel van een kaart uit 1611 door Gerrit Dirksz. Langedijk getekend met in de cirkel het Nieckelandt

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2002 | | pagina 15