i Buitenstaanders in onze dorpen 1940-1945 In „Als een windvlaag over velden" kunt u (pagina 52 tot en met 61) een vrij uitvoerig verhaal lezen over onze dorpen in de tweede wereldoorlog. Het schetst een tijdsbeeld, zoals het toentertijd door de mensen werd beleefd. Over één zinnetje in dat artikel, te weten: „Plotseling kwamen er evacués uit Den Helder en die zijn tot het einde van de oorlog gebleven" gaat het volgende relaas. Via Nico Post uit Waarland die getrouwd is met een nazaat van zo'n Helderse familie kunt u het verhaal lezen van een aantal oorlogs vluchtelingen. In oktober 1940 werd Den Helder zwaar getroffen door een Duits bombardement. Daar viel een vijftig- tot zestigtal slachtoffers. De schrik zat er goed in en velen wilden de stad uit, waaronder de familie Ran. Het handelt hier om Arie Ran van de Westgracht 56 in Den Helder. De gehele oorlogstijd bracht hij door in de Kampen bij de familie Keesom. Op 21 jarige leeftijd dient hij van april tot en met oktober 1940 als hospik bij de landmacht in Amsterdam. Hij woonde in de Middenstraat in Den Helder. Op 24 juni 1940 is het goed raak. Zijn familie wijkt tijdelijk uit naar Texel. Inmiddels is er vanuit de kerken de „Stichting Vluchtelingenhulp" opgericht. Pastoor J. van der Burg houdt de Veltemer en Zijdewinder gelovigen voor, dat al wie woonruimte kan missen dit ter beschikking dient te stellen aan Helderse vluchtelingen. Zij zijn in hun stad vanwege de vestiging van de Marinehaven beslist niet veilig. De vluchtelin gen melden zich bij de Veltemer pasto rie en van daaruit worden adressen Dat was toen een woning van de kerk. De familie Bouma krijgt onderdak bij de familie De Jong aan de Rijdersstraat nr 33. Later na de oorlog heeft de familie Dirk Droog daar gewoond. Aanvankelijk vindt de familie Ran met zijn vijven onder dak bij Gert Groen. Rikus Ran weet zich nog goed te herinneren dat oma Groen hem altijd 's avonds bij het naar bed gaan speciaal instopte, waarbij ze steevast zei: „Ga maar lekker bedje loeren". Maar het werd toch te druk bij Gert Groen en voor Arie Ran en zijn ouders werd een plek gevonden bij Toon Groen en Marie Leegwater die in 't Veld een schildersbedrijfje hadden. De meubels werden tijdelijk bij Bertus van der Kroon in de Blokhuizen opgeslagen. Aangezien Toon en Marie ook maar kleinbehuisd waren, hadden ze niet voor het gehele gezin onderdak. Arie bleef wel in de kost bij Toon en Marie maar 's nachts sliep hij bij de familie gezocht waar zij hun opvang krijgen. De hele familie Ran krijgt aanvankelijk onderdak bij familie Gert Groen aan het doodlopende einde van de Zwarteweg. Via een hek en het landpad kwam je bij de boerderij van Gert Groen op de plek waar nu Gert Groen jr. aan de Hartweg zijn bedrijf heeft. De familie Ramler krijgt huisvesting in de woning aan de Rijdersstraat waar nu Maikel Smit woont. De boerderij van de familie Keesom met rechts de schuur waar de Helderse vluchtelingen gehuisvest waren.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2002 | | pagina 6