Ondertussen vergaderde schout Herman van der
Woude (officier van de Niedorpercogge) met Hendrick
Schoenmaker (burgemeester van Oude Niedorp), met
Cornelis Kistemaker (burgemeester van Nieuwe
Niedorp), Klaes Houtkoper, Arie Moerbeek en Klaas
Jacobs (schepenen van oude Niedorp) over het gerucht
dat er een paapse bisschop naar Zijdewind onderweg
was. Zij dachten dat door de activiteiten in Zijdewind
het bisschopsambt in de praktijk weer hersteld werd.
Men vond dat te ver gaan, want dat was niet in het
vredesverdrag van Munster geregeld. De komst van een
bisschop kon men toch niet tolereren. De paarden
werden bij het raadhuis van Nieuwe Niedorp aange
spannen en men reed via Verlaat richting De Weel om
het euvel met wortel en tak uit te roeien. Zodra ze daar
waren aangekomen, zagen zij tot aan Zijdewind een
aantal mensen die op enige afstand van elkaar ston
den. Die wuifden met „wimpels van neusdoecken" naar
elkaar, zodat het bericht over de komst van de officier
en zijn mannen in korte tijd bij het preekhuis was. Daar
aangekomen zagen zij een menigte van wel 3000
mannen, vrouwen en kinderen. De boomgaard en de
erven van de naastgelegen huizen stonden vol met
paarden en wagens. De voorpoort was gesloten en het
stoutmoedige volk stond met schoppen en rieken
klaar. De schout liet de poort openmaken en ging door
de voordeur de kerk binnen. „Toen de gezagsdragers in
Zijdewind gearriveerd waren, vonden zij niet zoals zij
gehoopt hadden, de bisschop verscholen in de
onderkiste van de autrar (altaar), maar hij was reeds
gevlooghen zodat hij niet in de flagrantie betrapt werd.
(in flagrantie: op heterdaad)
De vicaris en de 20 andere pastoors werden niet ge
vonden. Daar hadden de zakdoekzwaaiers voor ge
zorgd! Pastoor Cleerbesem had inderdaad het vorm-
feest zorgvuldig voorbereid. De vicaris en de pastoors
waren over de achter de kerk gelegen ringsloot ge
bracht. Daar stonden paarden klaar om hen over de
kade van de Slootgaardpolder naar De Weel te bren
gen. Verder gingen ze over de groene dijk van de on
langs drooggemaakte polder Heerhugowaard (1629)
naar een schuilkerk aan de Huijgendijk in
Heerhugowaard.
Wel vonden de schout en zijn mannen enkele kost
baarheden die men door het overhaaste vertrek had
moeten achterlaten. Ondertussen waren velen de kerk
via de zuiddeur naar binnen gegaan en riepen dat de
Niedorpers niet het recht hadden om hun plechtigheid
te verstoren. Zij beriepen zich op het vredesverdrag met
Spanje. De schout gaf de opdracht om de mensen de
kerk uit te zetten en om de twee belangrijkste helpers
van pastoor Cleerbesem te arresteren. Willem Alberts
en Pieter Dissel werden in hechtenis genomen totdat
zij verteld zouden hebben waar de bisschop verbleef.
De menigte schreeuwde en joelde toen duidelijk werd
dat de Schout de inventaris in beslag wilde nemen. Hij
werd blijkbaar bang en heeft toen maar een beschrij
ving ervan gemaakt. Hierin stond de volgende beschrij
ving van de bisschopsstaf: „eenen staf met een breet
lofwerck aen het eynde, schijnende de Bisschops, ofte
Suffragaens Scepter, met Gouden knoopen."
(lofwerck: bladervormige versiering)
(suffragaanbisschop: bisschop van een gebied dat tot
een door een aartsbisschop bestuurde kerkprovincie
behoort)
Op onderstaande foto van het Nieckelandt ten noorden van Zijdewind met links tussen de bomen de boerderij van de familie Kruijer.
Op deze plek moet reeds in 1611 bebouwing (meerdere huizen) zijn geweest. Uiterst rechts de boerderij van Poland, daarnaast de stolpen van
de familie Wit. Er wordt gesuggereerd dat in deze omgeving het preekhuis zou hebben gestaan. In de volgende uitgave van 't Is mooi weest
gaan wij hier nader op in.