t e-*''™
in Zijdewind in het door verklikkers aangewezen ge
heime preekhuis alleen een dienstmeisje aan. Het was
een van de Clopjes die alles in gereedheid bracht voor
een viering. Alle deuren van het huis werden
„vernageld". Pastoor Cleerbesem werd bij Kalverdijk zo
ernstig mishandeld dat hij daar niet meer heen durfde.
Eindelijk, op 15 mei 1648 kwam een einde aan al deze
ellende, zo dachten de Zijdewinders. In het verdrag van
Münster erkende Spanje de onafhankelijkheid van de
zeven Verenigde Nederlanden. Na tachtig jaar oorlog
was de belangrijkste bepaling van het verdrag dat de
godsdienst in het openbaar zodanig mocht worden
uitgeoefend „dat het in alle zeedigheid en sonder eenig
schandaal te geven, geschiedt".
Niet voor niets werd pastoor Bavo Costerus „de paep
baef' genoemd. Samen met vele Zijdewinders is men
vlak na het vredesverdrag begonnen met de bouw van
een echt „Rooms Preekhuis". Waarschijnlijk heeft de
bouw ongeveer een jaar geduurd, want de vrede werd in
mei 1648 getekend en in augustus 1649 was het ge
bouw klaar voor een groot vormfeest. Hoe zag het
preekhuis er uit?
Uit verschillende publicaties weten we dat het naar om
standigheden een bijzonder fraai, houten kerkje was.
Het was 56 voet lang en 46 voet breed. In die tijd wer
den Amsterdamse (0,284 m.) en Rijnlandse (0,304 m.)
voeten gebruikt, dus de lengte was 15,90 of 17,02 m.
en de breedte 13,06 of 13,98 m. De voordeur was aan
de zuidkant. Ook waren er deuren aan de oost- en
noordkant. Aan de westkant was er geen deur, dus
daar zal het altaar zijn geweest. Er waren luiken om
voor de ramen te doen. In de kerk was een altaar, een
biechtkamer en een galderij (voorportaal), zodat er voor
zitplaatsen ongeveer 13 bij 7 meter overbleef. Onder het
altaar was een „onderkiste".
(wordt vervolgd)
-Pi'™?
Öttd CtpgfierQjj^
VtU
J* JtftMra
*.4<*trn
'tV7<TSj
Nieuwe caarte van het dijkgraafschap van West-Vriesland, genaamt Geestmer-ambacht, Schager en Niedorper Cogge (ca. 1730)
(in het cirkeltje vindt u de plek waar „Het Eiland" heeft gelegen, zie pag. 8)