a
De zorg voor openbare zaken en voor de armen, berust
bij enkelen van de gemeente, maar de pastoor wordt er
voldoende in gekend. Het huis is gebouwd ten gebruike
van de pastoor buiten bezwaar van de gemeente. Daar
bij is op dezelfde voorwaarden een plaats voor bijeen
komsten en een andere voor verdere gemeentezaken.
De pastoor krijgt een stipendium van ongeveer f 250 en
nog iets van elders buiten weten van zijn onderhorigen."
(Baljuw: rechterlijke ambtenaar.)
Het is pastoor J. van Houten met zijn dienstmaagd Neel
Claes nimmer gelukt een andere standplaats te vinden,
ten/vijl hij vanwege zijn zwakke gezondheid verschillende
keren gevraagd had om overgeplaatst te worden. Waar
schijnlijk door het leed van de vervolgingen stierf hij veel
te vroeg op 3 oktober 1661
In het eerste deel van de brief van pastoor Verstappen
heeft hij het over een vormfeest op 24 augustus 1649
dat in het nieuw gebouwde preekhuis te Zijdewind zou
worden gehouden en gruwelijk uit de hand liep. Zelfs het
bouwen van een nieuw preekhuis was in die tijd zeer
gewaagd. Dat Sijdtwindt en ten oosten daarvan de
Kamperpolders nogal afgelegen lagen, blijkt uit een deel
van een kaart uit 1730. Desondanks wisten de
Zijdewinders van de gebeurtenissen in de omgeving. Het
was hen duidelijk dat de oorlog tussen Spanje en De
Nederlanden ook een godsdienstoorlog was: Spaanse
katholieken tegen Nederlandse protestanten.
Zij beseften terdege dat er veel mis was onder de katho
lieken, zelfs onder de katholieke leiders. Zo was hen
bekend dat de pastoor van Nijerop (toen was Nieuwe
Niedorp nog katholiek), Pieter Ruych, in de jaren 1526
tot 1537 deken in Hoorn was. Zijn plaatsvervanger
Reynerus Dirks moest de ontvangen gelden afdragen
aan de deken. Omdat hij vond dat er te weinig geld bin
nenkwam, strafte hij de gehele parochie met het verbod
aan priesters om missen op te dragen. Opmerkelijk was
ook, dat hij van kraamvrouwen die hun kerkgang deden,
een roggebrood en boter eiste.
Ook onder de opvolgers waren er wantoestanden. Zo
was Johannes Graeff, deken van Hoorn van 1553 tot
1556, getrouwd en had 2 kinderen.
Door al deze misstanden werden de katholieken steeds
minder volgzaam. Bovendien kwamen er daardoor
steeds meer aanhangers van Luther, Calvijn en Zwingli.
Toch bleven de Zijdewinders gewoon katholiek.
In de 16e eeuw waren er groepjes wederdopers (doops
gezinden) in Barsingerhorn, Winkel, Oude en Nieuwe
Niedorp. Zij waren kwaad vanwege het wangedrag van
de geestelijken. De slechte economische situatie vooral
op het platteland zorgde in de omliggende plaatsen voor
een gestage groei van het aantal wederdopers. In Zijde
wind kregen de wederdopers echter geen kans!
Vanaf het midden van de zestiende eeuw ontwikkelde
het calvinisme zich heel snel. Enkele pastoors tracht
ten nog stand te houden, maar vaak werden ze gevan
gen genomen. Dat overkwam ook pastoor Pieter
Dirksz. van Nieuwe Niedorp. Deze pastoor kon er niet
meer tegen en vertrok uit Nieuwe Niedorp. In 1572
kwam hij weer terug als gereformeerd predikant!
Katholieken werden steeds meer vervolgd en gebrand
schat, d.w.z. dat zij een schatting moesten betalen
anders werden hun bezittingen in brand gestoken.
Diderick Sonoy met hulp van enkele geuzen-
compagnieën hield hof op zijn dwangslot te Schagen
en vervolgde de katholieken te vuur en te zwaard.
Sonoy had overal zijn spionnen en wee degenen die
het waagden om „paepse stoutigheden" uit te halen.
Hem of haar wachtten maanden of zelfs jaren kerker
straf of zelfs de dood. Zo is van Sonoy bekend dat hij
de geuzenbloedraad oprichtte. Wetboeken hanteerde
hij nauwelijks. Vrijwel zonder vorm van proces verwees
hij zijn slachtoffers naar het schavot. Om bekentenis
sen af te dwingen gebruikte hij gruwelijke middelen.
„Wil de gevangene niet bekennen? Geef hem maar de
emmer!" Beulsknechten zetten dan een emmer vol
hongerige ratten omgekeerd op de naakte buik van de
5
D ID RIK S ONOY, GOUVERNEUR
VAN NOORDT HO LLA N D T