Het oppassen was een van de problemen waar het
bestuur mee te maken had. Willem de Wever is jaren
lang badmeester geweest. Hij heeft zelfs een seizoen
de dames Trien Droog-Post en Bets Droog-Schilder
één ochtend in de week zwemles gegeven omdat zij
gingen varen.
In de zomer van 1961 nam mevrouw Idema-Zutt het
toezicht op zich. De zwemtijden moesten worden
veranderd, want de badmeester kreeg haast geen tijd
om te eten. Daarna werd in 1962 de heer A. Groen als
badmeester aangesteld. Hij wilde wel oppassen, maar
moest 's morgens wel een schuit modder halen anders
kwam hij niet tot een weekgeld. Ook kreeg hij 10% van
de opbrengst van de zwemkaarten die hij zelf in het
voorseizoen verkocht. Afgesproken werd dat de man
per uur, dat hij ook daadwerkelijk toezicht hield, zou
worden uitbetaald. Die zomer hoefde vanwege het
slechte weer weinig aan toezicht worden uitbetaald...
Vanaf 1966 is Liek Droog badjuf en houdt het bestuur
toezicht op de zondagen. Liek wordt in 1972 opgevolgd
door haar zus Margret.
Van 1974 t/m 1977 past mevrouw Struik op, daarna in
1978 de dames Koopman-Droog, Kluft en Pieterse. De
drie dames worden opgenomen in het bestuur omdat
alleen toezichthoudende bestuursleden verzekerd zijn.
Vanaf 1980 wordt het toezicht gedaan door vrijwilligers
die hiervoor een geringe vergoeding ontvangen en is het
oppasprobleem van de baan.
Zand
In de 65 jaar dat t Petje bestaat is er zo 'n
600 m3 zand op het zwembad gestort.
Eens was een kar zo volgeladen dat een
politieagent die dat zag de bestuurder
sommeerde achter hem aan te rijden naar
de weegbrug in Schagen. Met een rotgang
werd onderweg door degene die op de kar
zat het zand van de wagen geschept,
zodat ze toen ze bij de weegbrug aankwa
men niet ver van het toegestane gewicht
af zaten.
In een krantenberichtje in de Schager Courant van
1981 wordt het zwemwater van 't Petje onterecht
behoorlijk afgekraakt. Dit heeft te maken met het feit
dat in de nabije toekomst de normen voor zwembaden
door de EEG in Brussel worden opgesteld. Voorzitter
en secretaris zijn uitgenodigd op het gemeentehuis en
krijgen daar te horen dat het zwemwater moet worden
gekeurd en de kosten (f 1250,- per jaar) door de
stichting zelf moeten worden gedragen. Na heen en
weer gepraat stemt men toe dat de gemeente deze
kosten op zich neemt. Een mooi gegeven hierbij is dat
in al de jaren dat het zwemwater wordt gecontroleerd
het nog niet één keer is afgekeurd.
f'
.23;
Jan Kramer met een van de vele trekkers die in 1959 een „bult
zand naar 't Petje reden. Op de kar zitten zijn kinderen Aiies en
Martien.
n i*