\J
Hij was ook heel vaak
scheidsrechter bij biljartwed
strijden. Dat deed hij niet in
het café naast hem, maar
altijd in het café van vrouw
Brouwer in 't Veld. Overigens
is het vreemd dat men het in
die tijd altijd had over het
café van vrouw Brouwer en
niet van Jan Brouwer.
Opa had twee grote hobby's: vissen en sigaren roken.
Wat zal hij blij zijn geweest met het besluit van het
bestuur van de W.O.L.-polder om deze polder bevaar
baar te maken. Ook de Molensloot achter zijn schuur
werd uitgediept. Nog meer vis! Bij de aanleg van de
provinciale weg van Verlaat naar Schagen in de jaren
1934 tot 1936 werd een betonnen brug vlak naast zijn
huis gebouwd. Het was de bedoeling om dan de
Molensloot, die in de dertiger jaren met de schop was
gegraven, via een sluis aan te sluiten op de ringvaart
ten westen van De Weel. Vanwege de hoge kosten en
de slechte crisistijd is de aanleg van deze sluis echter
nooit uitgevoerd. Vaak spande hij een touwtje met zij
stukken en daaraan haken van de ene kant van de
sloot naar de andere kant. Regelmatig haalde hij het
touwtje binnen om de gevangen vis eraf te halen en om
de wormen te verversen. Opa viste vaak op karper. Zijn
vaste stek was dan achter Gert Portegijs aan de
ringvaart. Er wordt verteld dat op die vaste stek duizen
den lucifers op de grond lagen. Vele keren moest hij
tijdens de strijd met een (grote?) karper zijn grote
sigaar aansteken, terwijl hij aan de andere kant van de
sigaar vanwege de zenuwen de helft opkouwde. Een
familielid had het over 1000 lucifers voor 1 sigaar!
Vooral in de herfst ging hij snoeken. Dan liep hij
's morgens vroeg langs de kaai in de hoop een grote
snoek te vangen. Volgens zeggen was zijn grootste 70
centimeter. Wat mij altijd is bijgebleven, is het vangen
van palingen. Ik mocht een paar keer met hem mee in
een roeibootje om te peuren. Wij gingen dan onder de
Weelbrug door richting het lage land. Ondertussen
knoopten we een tros wormen aan elkaar en lieten die
regelmatig zakken. Of we iets gevangen hebben weet
ik niet meer.
Toen hij in 1949 eindelijk van „Drees kon trekken" ver
kocht hij zijn schoenmakerij aan Piet Appelman. Die
liet achter het huis aan De Weel een houten werk
plaats zetten. Als Piet het erg druk had, wilde opa nog
wel eens helpen, maar dat ging niet van harte. Hij had
genoeg gewerkt. Hij had alleen in de laatste jaren een
weekje vakantie genomen. Toen zijn vrouw, oma
Bregje, op 10 januari 1952 overleed, was het leven voor
hem eigenlijk voorbij. Op 2 juni 1956 overleed hij in het
St. Elisabeth-ziekenhuis te Alkmaar. Een leven van
hard werken was voorbij.
An 't erf!
Het is echt fascinerend om de identiteit en de leef
omstandigheden van je voorouders te ontdekken. Met
veel plezier heb ik de gegevens van mijn opa verza
meld. Toen hij overleed was ik nog maar 13 jaar en
wist ik bitter weinig van hem. Door het onderzoek in
oude archieven is hij voor mij meer gaan „leven". Ik ben
zeker van plan om door te gaan met het stamboom
onderzoek (genealogie) en kan het iedereen aanraden.
Als iemand meer van zijn familie wil weten, kan men
op zoek gaan naar oude familiepapieren: trouwboekjes
en aankondigingen van geboorte, huwelijk en overlij
den. Al 200 jaar, vanaf de tijd van Napoleon Bonaparte,
is er in Nederland een goede administratie van per
soonlijke gegevens. Dat is vanaf 1938 nog beter
geworden, omdat de gemeentes toen begonnen met
het bijhouden van kaarten ten behoeve van de
bevolkingsadministratie. Al deze kaarten worden
bewaard door het Centraal Bureau voor Genealogie
(CBG) in Den Haag. Het onderzoek kan men voortzet
ten in een archief, bijvoorbeeld het Regionaal Archief
vlakbij het station in Alkmaar-Noord, waar men de
archieven van de gemeentes, kerken en verenigingen
bewaart.
Tijdens mijn onderzoek naar gegevens over opa Rikus
de Boer ontdekte ik twee opmerkelijke zaken. Op de
eerste plaats is uit mijn onderzoek gebleken dat in 't
Veld familieleden van mij wonen, zoals Ton, Jack,
Kees, René en Ruud van der Gulik (7e graad) en Mark,
Wendy en Niels Blom (8e graad). Ook Joyce, Boy en
Kim Moras, die geboren zijn in 't Veld, zijn familie (9e
graad) van mij. Tenslotte wil ik nog een zinloze opmer
king maken. Ene Gerda Vertelman, ook al familie, is in
Wervershoof geboren op 14 april 1957 als dochter van
Wim Vertelman en Jo Weel. Toch wel leuk.
De opa van mijn opa Rikus de
Boer, dus mijn betovergroot
vader, was ene Gerrit Weel en
leefde van 1819 tot 1894. Hij
bezat in de kom van Wadway
een stukje grond van ongeveer
240 vierkante meter. Deze
bezitting is nog nooit onder de
erfgenamen verdeeld. Een
notaris heeft een familielid in
1988 geadviseerd de erfgena
men zelf op te sporen om de
kosten te drukken. Zo heb ik
grof uitgerekend dat ik waar
schijnlijk recht heb op één vier-
duizendste deel van de erfenis. T.
Als dat stukje grond, waarop
gebouwd mag worden, voor f 80.000,- verkocht wordt,
dan heb ik dus recht op f 20,- en dan moeten de
kosten er nog vanaf! Mocht ik binnenkort in een andere
auto rijden, dan weten jullie in ieder geval hoe dat
komt.
19!
Van rechts naar links:
opa, Gitta, oma en een Oosten
rijks meisje om in Nederland op
te sterken (1920)
Opa, oma, zonen Theo en Jo