Als 's winters op de ringvaart geschaatst kon worden,
zette opa daar een kraampje neer. Hij repareerde dan
kapotte schaatsen en verkocht riemen met koperen
ringen en leren veters voor de houten schaatsen.
Toen er een geregelde busdienst was gekomen, begon
hij een fietsenstalling in zijn schuur. Weet u het nog?
De MU-bus ging naar Alkmaar en de M naar Hoorn.
Ondanks de armoede en dus het vele werken heeft hij
toch veel voor de gemeenschap betekend. Tijdens het
pastoraat van pastoor M. J. van der Burg (1928 tot
1956) was hij mede-oprichter van het pinkstercomité.
Mijn zeer katholieke opa was net als de pastoor van
mening dat het voor de Veldtemer jongeren beter was
dat zij tijdens de pinksterdagen in 't Veld bleven. De
kermis in het „heidense" Nieuwe Niedorp en het
Schoorlse klimduin waren immers zeer verderfelijk.
Bergen, Schoorl en Schagen waren immers Hollands
grootste plagen. Net als Gert Groen, Piet van Trienen,
Arie Mooij en Jo Kamp was opa betrokken bij de
oprichting van de voetbalclub „Rood Wit". Jarenlang
was hij penningmeester van zowel het pinkstercomité
als ook van de voetbalvereniging. Het geld van de
pinksterfeesten bewaarde hij in de asla van de haard.
Op zondagmiddag stond hij bij de ingang van het
voetbalveld om de entreegelden van de bezoekers te
ontvangen. In de tijd van pastoor Van der Burg was hij
ook nog koster en haalde het plaatsengeld op. In 1935
was dat een dubbeltje, later werd het een kwartje. De
laatste 3 rijen waren de armenbanken en die waren
gratis. Hij was ook lid van de vereniging: „Eerbied in
Gods Huis". Met een sjerp schuin over een schouder
stond hij achter in de kerk toezicht te houden.
Vlak na de tweede wereldoorlog kreeg opa na 40 jaar
weer contact met zijn verdwenen broer in Amerika.
Daar had men het idee dat Nederland volledig was
leeggeroofd en dus stuurde broer Kees een pakket met
corsetten en meelzakken. Opa heeft veel meelzakken
weggegeven aan gezinnen die het moeilijk hadden.
Hiervan werden lakens en onderbroeken genaaid. Van
vier zakken werden lakens gemaakt, maar deze waren
zeer hard en hadden een incourante maat. Er moeten
in 't Veld, Zijdewind en Waarland veel inwoners zijn
geweest die rondliepen in onderbroeken met letters op
hun achterste. Dankzij mijn opa! Wat hij met de cor
setten heeft gedaan, heb ik niet kunnen achterhalen.
Opa vond het heerlijk om zich te verkle
den. Zo staat hij op een foto van het
fanfarecorps „Sint Martinus", de voorloper
van „Samen Voorwaarts". Er werd toen
een actie gehouden ten bate van de eigen
vereniging, maar ook van het toneel.
Er werd een bord meegedragen met de
volgende tekst:
Koopt allen een lot van fanfare en tooneel,
en gewis is dan een prijs uw deel.
En gij steunt daardoor ook nog veel.
Opa, verkleed als grote pop, deed toen
mee met de verkoop van loten. Ook
tijdens de optochten ter gelegenheid van de kermis in
Zijdewind was hij vaak verkleed. Zo trad hij een keer op
als cowboy, gezeten op een prachtig zwart paard en
een andere keer was hij verkleed als een hele dikke
man. De familie heeft een foto waarop hij trots poseert
als indiaan. Al deze uitrustingen huurde hij.
'■18:.
„St. Martinus", voorloper van „Samen Voorwaarts", met rechts opa, verkleed als grote pop voor smederij-rijwielhandel L. Valk te Zijdewind.