Kermisbrieven
Waarde Peet
Weer is het Kermis kraam en tent
Staan hier en daar reeds overend,
Met stapels koek en wat niet al!
De mallemolen draait met vaart,
Het volkje in slee of op een paard,
Dat daar weer pret heeft bovenal.
En dus meld ik mij bij deez vreugd
Die alle kinderen zoo verheugd
Ook beste peet nu bij u aan
Ik geef u dezen kermisprijs
Mogt die thans strekken tot bewijs
Dat 'k heb op school mun best gedaan
Als ik dit weer ontwaren mag
Dan stemt mij deze kermisdag
Eerst tot verhoogde vrolijkheid,
En kan ik na dit kermisgaan,
Met lust weer treeden op de baan,
Die mij tot deugd en kennis leidt.
Uwe liefhebbende Nicht
Grietje Water
Zoals onze voorzitter reeds in zijn voorwoord geschreven heeft, zijn wij als vereniging niet alleen
geïnteresseerd in oude voorwerpen uit ons verleden, maar ook in andere kleinoden, zoals bidprentjes,
foto's en dergelijke. Zo gebeurde het dat ik tijdens mijn veidwerkzaamheden in het persoonlijk archief van
Thijs en Tinie Groot, voorheen woonachtig in Moerbeek, een paar prachtige kermisbrieven tegenkwam.
Direct gegrepen door de schitterende manier van
schrijven en kleurige uitgave van deze, ondertussen
netjes achter glas ingelijste, perkamenten ben ik op
zoek gegaan naar de herkomst en het nut van deze
bonte uitgaven uit het verleden. Als eerste ontdekte ik
bij het doorspitten van de archieven in Alkmaar en
Hoorn dat het schrijven van deze brieven niet alleen
gebruikelijk was bij een feest als de kermis, maar ook
tijdens kerkelijke feesten die er zijn zoals Pasen en de
Kerst. Ook nieuwjaar was een gelegenheid om met
een "wensch" langs de deur te gaan. De krantenjongen
die na de kerst met zijn visitekaartje langs de deur
gaat om ons een prettige jaarwisseling te wensen, is
een gewoonte die reeds lang teruggaat. Dit blijkt uit
een verbod dat door het Hoornse stadsbestuur werd
uitgevaardigd: „Aan de dienaren van de schout, om nog
langer met hun wenschen langs de deur te gaan
wegens onbeschaamd gedrag".
Dit gebeurde in de 17e eeuw; getuige het volgende
vers:
„Ik wens je veel zegen in het nieuwe jaar,
M'n hand staat steeds klaar,
M'n zak staat open,
Als je niets geeft kun je naar de bliksem lopen.
Wat we ons daarbij moeten voorstellen, noopt ons tot
enige fantasie, maar ik moet er niet aan denken dat
onze huidige hermandad zo vlak voor de feestdagen
aan de voordeur aanbelt en zacht tikkend met z'n
gummistok op z'n andere opengestrekte hand mij een
plezierige jaarwisseling wenst! Dat de overheid zich
met deze praktijken bemoeien ging, blijkt uit een
wettelijk vastgestelde tarieflijst voor al het "dienende"
volk en ik citeer:
„Voor het in ontvangst nemen van de gedrukte, hand
geschreven of alleen maar uitgesproken wenschen
verschaft men:
Dienstboden f2,-a f5,-
Kantoorbedienden f 10,-af 25,-
Bestellers der post, diligences en veren f 0,50 af 3,-
Nachtwacht f 0,50 af 0,75
Asch-vuilniskarman en lantaarnopsteker f0,25af0,50
De kranteman met geïllustreerd vel f0,50"
dag kon aanspreken, wist ik zelf ook niet, maar het
biedt wel nieuwe perspectieven!
Wat die asch- en vuilniskarman betreft, die had in deze
buurt geen droog brood, want het weinige vuil dat we
vroeger hadden, verdween in de kuil achter het huis en
al het brandbare afval werd in de kachel verbrand en de
as uit het laatje onderin werd over het padje uitge
strooid als padverharding.
Maar ja, die krantenjongen houdt de oude traditie nog
steeds in ere! Vandaag de dag is er maar weinig van
deze oude West-Friese traditie over gebleven.
Hieronder vindt u de tekst van de kermisbrief die hiernaast is
afgebeeld.
Zelf denk ik dat onze huidige kerstgratificatie ook voort
is gekomen uit deze oude gewoonte. Alleen dat ik mijn
patroon daarvoor ook vlak voor iedere kerkelijke feest-