<3
de scholen keken er de schriften van de leerlingen na
en bereidden in die ruimte ook de nieuwe lessen voor.
In de andere helft op de begane grond was een spreek
kamer, een kleine sacristie, waar de priester zich moest
omkleden voor de mis en een klein huiskapelletje.
Daarachter was er nog een kleine bijkeuken voor de
was. Midden door de woning liep een gang naar achte
ren. Achter het huis was een flinke tuin met fruitbomen.
Bij mooi weer liepen de zusters daar te brevieren. Dit
staat voor het opzeggen van dagelijks verplichte gebe
den. Eén van de acht zusters was het hoofd van de
groep. Zij werd hëel eerbiedig: „Eerwaarde Moeder"
genoemd. Op de bovenverdieping sliepen de acht
zusters. Niet in acht slaapkamers, maar in ruimten
afgesloten door gordijnen en die noemde men
chambretten. De gordijnen dienden de zusters goed te
sluiten, want het was verboden naar elkaar te kijken.
Het klooster kende ook geen spiegels. De kap en de
sluier moest je dan ook maar met een beetje geluk goed
recht op je hoofd zien te krijgen. Stond de kap echt
scheef dan was er wel een zuster die je corrigeerde. Ja,
het leven in een klooster was niet eenvoudig, heel
sober, streng en je diende vooral gehoorzaam te zijn en
te luisteren naar je oversten. Alle dagen werd trouw de
kerk bezocht bij slecht of mooi weer. In de mei- en
oktobermaand gingen de zusters dagelijks naar het
Marialof. Daarnaast had je eens in het jaar het veertig
urengebed. Het was dan zo geregeld dat er steeds bij
beurten van een uur een zuster in de kerk zat. De
zusters in 't Veld gaven les op de kleuter-, lagere, naai-,
later huishoudschool en later hebben ook een paar
zusters in de bejaardenzorg gewerkt. Zo zat je als
meisje in 't Veld vanaf je vierde tot je zestiende bij de
nonnetjes. De zusters vermaakten zich 's avonds met
handwerkjes maken. Deze handwerkjes werden als
geschenk weggegeven bij geboorte of jubilea van
familieleden. Verder hadden de zusters eens per maand
een stille dag. ledereen diende dan zijn mond te houden
en er kwam die dag ook geen bezoek. Toen de activitei
ten in 't Veld zich uitbreidden na het gereedkomen van
de landbouwhuishoudschool en Maria Mater, groeide
het aantal zusters en werd 't huisje aan de Rijdersstraat
te klein. Er werd op het land van mevrouw Smit-Kager
een geheel nieuw klooster gebouwd met veel voorzie
ningen. Het was te bereiken via de Pastoor v.d. Burg
laan en via de Mariaschool. Beneden in het klooster
kwam je eerst in een grote hal, vervolgens in een grote
ontvangstzaal die men door middel van een schuifwand
in tweeën kon splitsen. Ook was er een logeerkamer
waar geestelijken konden overnachten. Verder een
grote eetzaal, keuken, waslokaal, garderobe en in de
hal twee toiletten. Voor bijeenkomsten en maaltijden
was er een refter. Verder een lange gang waaraan elke
zuster een eigen kamer had. Sobere kamers met een
ledikant, een stoel, een nachtkastje en een kruisje aan
de wand. Ook op de bovenverdieping nog zusterkamers
en op beide verdiepingen een badkamer en op de
bovenverdieping een ziekenkamertje en een naaikamer
voor het verstellen van de kloosterkleding. Op de
zolderverdieping werd de was gedroogd. Dat deden de
zusters niet buiten aan de waslijn!!!! Op de tweede
verdieping kwam je via de overloop in de kapel waar de
De zusters slaan de eerste paal voor hun nieuwe onderkomen op het land van Smit.
Rechts pastoor L.A. Brabander en burgemeester van Breemen van de gemeente Oude Niedorp.