Van Oostbroek werd meerdere malen op het Niedorper stadhuis ontboden
Schout en regenten van Nieuwe Niedorp voelden zich meteen geroepen om op de
ordinaire regtdagh van 14 november 1707 predikant Van Oostbroek op het stadhuis
te laten verschijnen.
Er werd hem gevraagd van wie hij orders had gekregen om met de bedestonden te
stoppen. Haggai van Oostbroek antwoordde dat hij daarvoor van niemand orders had
gekregen, maar dat hij naar het voorbeeld van enkele steden ook maar gestopt was.
De regenten zeiden daarop dat in die steden de magistraten na een verzoek uit de
kerkgemeenschap toestemming hadden gegeven om te stoppen en hij, Van Oostbroek,
daarentegen was plotseling en zonder toestemming gestopt. Van Oostbroek voelde wel
nattigheid tijdens het verhoor. Hij zat goed fout met zijn antwoord en bracht als excuus
nog wat andere redenen te berde, zoals dat de bedestonden zo vroeg bij hem zijn
gestopt, omdat hij ziek was geweest en omdat hij op een naburige plaats moest preken
en het Heilige Avondmaal bedienen.
Het antwoord van de regenten was dat genoemde zaken een goed excuus waren, maar
dat het echter niet wegnam dat hij het stoppen van de bedestonden had moeten
overleggen en in elk geval moeten aanvragen.
In beleefde termen werd op het stadhuis aan Van Oostbroek verzocht om in de
toekomst wat meer te communiceren met de kerkenraad en de regenten en dat men
5
alles wat gepasseerd was daar mede int vuur der liefde soude besmolten laten
Waarop Van Oostbroek opstond en zeer onverwacht met een hevigheid uitbarstte in
t
een vloed van beschuldigingen zoals, soo segt gij lieden dan dat ik een rebel van de
5
staat ben waarop aanstonds door de regenten werd geantwoord dat ze het woord rebel
niet in gedachten hadden, laat staan uitgesproken. Ze hadden Van Oostbroek alleen
verzocht om in de toekomst wat communicatiever te handelen.
M aar Van Oostbroek luisterde niet. Hij vertrok zonder een woord te zeggen naar huis.
Op 23 november 1707 's middags tijdens een kerkdienst van Van Oostbroek, ging de
goede man weer lekker tekeer. In plaats van God de Heere te danken voor de weldaden
aan het lieve vaderland bewezen en hem te bidden voor zijn zegen, benutte hij het
grootste deel van zijn predicatie om zich te verontschuldigen over het niet naar
behoren waarnemen van zijn bedestonden en de regenten daarvan publiekelijk te
beschuldigen en valse redenen te vertellen en dat hem zijn eer publiekelijk was
ontnomen en dat hij deselve ook publiekelijk moest wederhalen 'D at men hem
ondraaglijke lasten wilde opleggen, doch dat God alles in zijn gedenkboek zou
aantekenen en dat de regenten toch eenmaal rekenschap en verantwoording moesten
afleggen.
De hele predicatie was een aanstotelijke gebeurtenis voor de gemeente en de andere
mensen die in de kerk zaten. Ze wensten dat ze nooit in de kerk geweest waren.
De regenten stuurden de volgende dag de geregtsbode weer op Van Oostbroek af om
een kopie van zijn preek in handen te krijgen. Zij waren dan ook bereid om een kopie
aan de familie Van Oostbroek te zenden met het verslag van wat er laatst op het
raadhuis was besproken.
Van Oostbroek weigerde natuurlijk om zijn preek af te geven. Eerst moesten de
regenten over de brug komen met het verslag van het gepasseerde op het raadhuis en
I listorisch Niedorp, informatieblad 2020 nr. 1