-30-
Raadselen rond 'De Iasschoten' bij Schagen
door Jan Keuken
Ergens langs de N241 aan de oostkant van Schagen) lezen we op een boerderij een
intrigerende naam: De Lasschoten Wat zou daar in het verleden mee bedoeld
kunnen zijn? Een aanwijzing destilleren we uit het feit dat een voormalig weggetje in
de richting van de Keins bij de Westfriesedijk ook bekend was als de Lasschoten En
die naam dook andermaal op in de omgeving van De Schager Wiel (restant van een
vroegere doorbraak. Volgens Karel Numan, in zijn met fraaie fotos geïllustreerde
boek over de veldnamen van Schagen, wordt er nooit gesproken over het Wiel. In
hoofdstuk 17 'O ver de wielen van Schagen memoreert hij ook dé Keinsm erwiel, dé
Ommerswiel en ten overvloede dé Pa(e)pkewiel en dé Grimswiel. Bij De Schager
Wiel stond Lasschoten genoteerd bij een kleine watergang langs de Tolkerdijk, naar
verluidt een oude uitgang van de Witsmeer. Laten we ons eerst buigen over de naam
Schoten. Volgens de Dikke van Dale zou die naam kunnen wijzen op rietschoten die
speciaal werden aangebracht, dan wel gehandhaafd, om ongewenste oeverafslag te
voorkomen. Als we in het Plaatsnamenboek van Van Berkel en Samplonius naar de
betekenis van scho(o)ten kijken, merken we op dat feitelijk nergens een verwijzing
staat die ook maar enigszins recht doet aan Van Dale. 'S choot in Nieuweschoot, dan
wel Oudeschoot wordt gekarakteriseerd als een vooruitspringend stuk land, dan wel
een afgeschoten stuk land Onder de naam Schoot bij Veldhoven in Noord-Brabant
gaat het over een beboste hoek zandgrond uitspringend in moerassig terrein. De naam
van een tegenwoordige wijk bij Den Helder heet De S choten. Op oude kaarten zien we
een gebied met zwinnen en gorzen in een slibberig zandgebied. Het leek me een goede
gedachte om daar maar eens naar te informeren bij de Helderse Historische
Vereniging. Daar aarzelt men volgens J.P. Ambriola tussen schotten en een
oeverbescherming in de zin van Van Dale. Mij lijken die schotten niet zo zinvol en
geef ik graag de voorkeur aan de tweede mogelijkheid. Gezien de locaties van de oude
naam lijken me rietschoten heel toepasselijk. Hoe passen we daar het voorvoegsel las
bij? Naar mijn mening geeft het Plaatsnamenboek een zeer acceptabele suggestie in de
Groningse naam Laskwerd (in de middeleeuwen nog als Lasquert gespeld). Een
wierde begroeid met gele lis, de enige echt Nederlandse lissensoort die zich vaak
vertoont tussen het riet en zich in het algemeen vestigt op wat slijkerige ondergrond.
Een van mijn familieleden, namelijk mijn schoonzoon Michael, heeft in het verleden
nog weleens een gele lis bij Laskwerd geplukt in verband met een praktisch onderdeel
van het schoolvak biologie. Er blijkt geen allesomvattend Groninger Plaatsnamenboek
te bestaan. Zo komt het piepkleine Laskwerd niet voor bij de Groninger plaatsnamen
genoemd door dr. W. de Vries. In de Groninger Encyclopedie van K. van der Laan
5 t 5 I
staat de veronderstelling dat dat las misschien via lies tot lis is te herleiden. In ons
Plaatsnamenboek wordt als tussenvorm nog als mogelijk Oudfries liask geopperd.
Maar hoe dan ook, in Groningen ontmoeten we las als lis Hoe zou dat overgewaaid
kunnen zijn naar de omgeving van Schagen? Ik veronderstel via een Groninger boer
uit de directe omgeving van Laskwerd, die lang geleden als immigrant onze West-
Friese cultuur wilde verrijken met een bloemrijke benaming uit zijn vroegere
omgeving. De gele lis tussen het riet was en is nog steeds een van de meest opvallende
sieraden van ons oude landschap.
Nieuwe Niedorp, 2018
I I isto risch Niedorp, informatieblad 2019 nr. 1