Kolonisten op Walden gaven Arie de bijnaam 'Malle Arie'. Frederik van Eeden
uitbeelden als 'de halve gare profeet', zo noteerde Van Eeden op 28 februari 1915 in
Met zijn voorspellende gave haalde Arie in 1907 voor het eerst de publiciteit. 'Dat
voorval', schreef De Gooi- en Eemlander. 'Een zeker persoon, Malle Arie bijgenaamd,
velen den spot met hem dreven.'
In 1917 meldde De G ooi- en Eemlander een brand in de woning van 'Malle Arie' en J.
van den Brink. 'Ze leefden daar rustig het vrijgezellen -bestaan en kookten hun eigen
potje.' De brand ontstond toen Van den Brink op hout zijn maaltje gereed wilde
1 gingen in de vlammen verloren.'
De A mersfoortsche Courant beschreef Arie in 1920 als een grootheid. 'Is het niet groot
om Nederland buiten den oorlog te houden? Hij zégt 't zélf en schreef hartroerende
brieven aan H.M. de Koningin! Slechts eenmaal kreeg hij antwoord, och arm! En..dat
was niet boos, hij is nóóit boos, daar staat hij bóven. Arie is helderziend en 'machtig'!
of ontevreden, altijd hulpvaardig en vrindelijk.'
artikel, ene R., was Arie hierdoor niet verbitterd geraakt en heeft deze kolonietijd
behalve een diepe indruk ook een prettige herinnering bij hem nagelaten.
gebruikte zijn personage later in een toneelstuk over de oorlogstijd. H ij wilde A rie
zijn dagboek.
Arie leidde een zwervend bestaan en had geen vast inkomen. Hij woonde in Blaricum,
Bussum, Den Haag, Naarden en Amsterdam. In de gemeentelijke administratie van
Amsterdam stond hij ingeschreven als arbeider en als koopman.
Voorspelling
men ook hier ter plaatse bijgeloovige menschen aantreft, bewijst wel het volgende
geniet hier in Bussum onder de arbeidersbevolking eenige vermaardheid als ziener. Hij
zelf beweert in het bezit te zijn van een vooruitzienden geest en er zijn er, die zich
door hem de toekomst doen voorspellen en van de wijs laten brengen. De vorige week
toch had Malle Arie voorzegd, dat uiterlijk Woensdagmorgen in de fabriek der firma
Bensdorp een ongeluk zou plaatsgrijpen, dat aan eenige menschen het leven zou
kosten. En Woensdagmorgen heel in de vroegte, vervoegde zich een vrouw bij den
heer Bensdorp, met het beleefde verzoek haar man dien morgen te laten thuis blijven,
met het oog op de voorspelde ramp. Hoe de heer B. deze vrouw er ook op wees, dat ze
onzinnig handelde, het mocht niet baten, haar man bleef thuis. Een ongeluk gebeurde
natuurlijk niet en des middags kwam de onnoozele hals weer in de fabriek terug, waar
maken. De woning was verzekerd, de inboedels echter niet. 'Hier en daar had
Rezelman sommetjes geld verborgen in hoekjes en gaatjes. Het grootste gedeelte
hiervan werd gered, doch een bankbiljet van 10, een zilverbon van 2,50 en een van
Grootheid
was een mop van schilders! Snoodaardig van zulke lui, vindt u ni et? Nou dan, Arie
Ziet hem zingend in den nacht van Blaricum naar Bussum stappen, achter een zwaren
vracht hout of met een moker en een bijl gewapend. Nooit klaagt hij, nooit is hij moe
I listorisch Niedorp, informatieblad 2018 nr. 1