buitepcBjk-van de
enkoo
-26-
Kiolhorn
iWestfriese SI
(Sch si)
4.A®!''24 A
M ^gajjBraaksl
Clara> iloev
De grote inlaagdijk
Door een stormvloed in 1328
moest een stuk van de
Westfriesedijk bij Medemblik
naar het zuiden worden
verlegd. Het daar liggende
Velsekermeer kwam zo ten
noorden van de nieuwe
inlaagdijk in de V i eringer-
meer te liggen (Beenakker,
1988). De stormvloed van
1334 veranderde de situatie
wederom ingrijpend. Volgens
Beenakker moest in 1335
tussen Kolhorn en Medemblik
een geheel nieuwe dijk
worden aangelegd. Hij meent
dit op te maken uit het
gegeven dat er geen aan
wijzingen zijn over aparte
werkzaamheden aan de dijk
van de Herenkoog. Boven
dien had men in dat geval
gesproken over een nieuwe
inlaagdijk tussen Medemblik
en de Herenkoog en niet
tussen Medemblik en
De aansluiting van de Herenkoog en de ^W inkelerdijk aan de
W estfr iesedijk ten westen van Kolhorn. Resten van dijken, gevonden
in de ^W aardpolder, behoren waarschijnlijk tot de ten noorden van
Kolhorn gelegen zeedijk van de Herenkoog, welke koog in 1335
definitief aan het water werd prijsgegeven. De V inkelerdijk, welke via
de Schrinkkaagpolder liep naar de Hemmerweg, werd toen in
noordelijke richting verlengd de ^W estfr iesedijk. In de hoek die
hierdoor ontstond, ontwikkelde zich later het dorp Kolhorn.
Barsingerhorn. (Van M i eris II uit 1334 schrijft, Drechtervriezen om eene inlage te
maken van Bersingerhorn tot Medemblik toe).
Uit het archeologisch onderzoek van 2015 blijkt echter dat de W inkelerdijk uit 1200
dateert. In 1335 lag de W inkelerdijk er al zodat we moeten concluderen dat men in dat
jaar de Herenkoog opgaf en terugviel op de W inkelerdijk. Vervolgens werd een
nieuwe inlaagdijk gelegd ten zuiden van Gawijzend vanaf Aartswo ud tot M edemblik,
daar waar nu nog de huidige Westfriesedijk ligt. Uit het feit dat er toch van
Barsingerhorn wordt gesproken (Kolhorn bestond nog niet) leiden we af dat de
W inkelerdijk in 1335 niet de vereiste hoogte en sterkte had om weer als
zeewaterkerende dijk te kunnen dienen. De dijk moest worden opgehoogd en zal
daarom onderdeel zijn geweest van het hele traject tussen Barsingerhorn en
Medemblik. Mogelijk moest ook toen het dijkgat Bobbewael in de W inkelerdijk
hersteld worden. De huidige slinger in de dijk nabij de afslag naar W inkel getuigt van
dit herstel. De oppervlakte van het buitengedijkte land bedroeg meer dan 3.500 ha.
Deze gronden werden langzaam verslonden door de zee. De Herenkoog was
opgegeven en het dorp Gawijzend werd buitengedijkt en ging verloren. Grote stukken
van de gronden van Gawijzend bleven nog lang in gebruik voor landbouw of veeteelt
voor het water ook deze overspoelde. In een stuk uit omstreeks 1335 (Van Mieris II,
606) heeft Gawijzend nog een belastbare oppervlakte van 26 morgen. In de
I I i sto risch Niedorp, informatieblad 201 7 nr. 2