-18-
3e De schaal moet niet 'te veel' veranderen (zie tekening).
-/ éa
jc *-
5 ^7 Ic~
tP K 0
f-
Eisen te stellen aan een zeekaart
1 Hij moet conform zijn.
Dat houdt in dat hoeken op de kaart gelijk zijn aan de overeenkomstige hoeken op
aarde.
2 De koerslijn moet recht zijn (wordt loxodroom genoemd).
Schaal is de verhouding tussen beeld en werkelijkheid.
Bijvoorbeeld: schaal 1:100.000, dat wil zeggen 1 cm op de kaart is 100.000 cm in
werkelijkheid, dus 1 kilometer. Maar dat beeld moet dan wel hoekgetrouw zijn.
*>L 4. fe- t f
p x6r
Bij 1 de aarde is een bol (ongeveer) en een kaart is een vlak.
Een bol heeft een onontwikkelbaar oppervlak. Vergelijk het met een sinaasappelschil,
die krijg je niet plat zonder hem te beschadigen.
Bij 2 varend over een bol in een rechte lijn volg je een loxodroom (een lijn met drie
krommingen). Hij snijdt de opvolgende meridianen onder dezelfde hoek en heeft zijn
holle kant naar de dichtstbijzijnde pool.
I I isto risch Niedorp, informatieblad 201 7 nr. 2