-13- M en heeft kennelijk nooit de behoefte gehad om de herberg Croonenburch te noemen, een naam die feitelijk teruggaat op de voormalige burcht Croonenburch bij Loenen aan de Vecht. Daar is nog wel een bijzonder verhaal aan verbonden dat te maken heeft met de kolfsport. Aanvankelijk was het kasteel in handen van Gerard van Velsen, de beruchte moordenaar van Floris V, de geliefde graaf, bijgenaamd Der Keerlen God. Gerard had zich verschanst binnen zijn burcht en wist de belegering door het woedende volk een half jaar vol te houden. Uiteindelijk moest hij het opgeven en werd hij het slachtoffer van een berechting die smadelijk eindigde op het rad. Dat gebeurde op 26 december 1296. Deze tweede kerstdag werd vanaf 1297 herdacht met een partijtje kolf waarbij de laatste slag de bal moest laten opbotsen tegen de keukendeur van het kasteel, dezelfde deur waaruit Gerard een jaar eerder verschenen was. Deze herdenking werd een langdurige traditie. Elk j aar werd dit gespeeld en wel tot het jaar 1831, het jaar dat de Croonenburch gesloopt werd. De Heren van Croonenburch verleenden altijd hun volledige medewerking. De eerstaankomenden kregen als prijs een vat bier, onderweg werd getrakteerd op appeltjes en alle schade die op het traject van zo n vier en een halve kilometer kon ontstaan, werd ruimhartig vergoed (Inform. blad nr. 27, november 1996), Het slagenrecord stond naar verluidt op 51 slagen. In 1654 blijkt Graef Maurits als naam uit te hangen zoals dat toen heette. Wel licht In 1709 heeft een zekere Jan Lourisz Kleijenburgh 4/9 deel van de Graef M aurits in bezit. U leest het goed, nog steeds gaat het over een graaf. De herberg wordt aangegeven als liggend over de valbrugh een andere naam voor een wip- of ophaalbrug. Pas in 1744 lezen we dat T ri jntje J acobs de herberg Prins Maurits bezit. Die naam lijkt nimmer gewijzigd en is ons nog zeer vertrouwd. Toch was men in de Franse tijd enige tijd gedwongen de naam te vervangen door Vissers We lvaren. Dat is te lezen op blz. 148 in het bekende boekwerk 'Historie van de Niedorpen en W i nkel door Aat W it. M aar nu even het echte onderwerp van deze bijdrage: middels een mooi opvallend schild. Er wordt in 1665 gesproken over drie haertsteden, dat wil zeggen drie stookplaatsen waarvoor haardstedengeld betaald moest worden. Het betekent dat er in elk geval al sprake was van een behoorlijk groot perceel. We gaan hier niet verder met de gegevens uit de zogenoemde transportregisters. De gegevens zijn verwerkt tot 1811. De transport- en hypotheekregisters liepen nu eenmaal van 1582 tot 1811. De instelling van het kadaster was in 1832. M et transport wordt hier het overdragen bedoeld van de ene bezitter naar een volgende. Misschien vindt u het aardig om uit dat kadaster toch nog een herbergier uit 1832 te lezen. Dat is Jacob van der Stok. Dat is zeker geen onbekende naam in Niedorp. Ook daar is in ons Informatieblad al de nodige aandacht aan besteed. Het is de vraag of we met de verandering van graaf naar prins echt een ander persoon voor ogen moeten hebben. Wij verstaan in onze tijd onder Graaf M aurits een heel andere figuur dan de prins die we als zoon van Will em van Oranje herkennen. In het Wi lhelmus, het lied dat eens speciaal voor onze Vader des Vaderlands werd geschreven en gecomponeerd kennen we de zinsnede 'E en prince van Oranje ben ik vrij onverveerd (Onverveerd betekent onbevreesd, maar dit terzijde.) Zoon M aurits nam de titel gewoon over, ook al wordt hij in diverse geschriften tevens graaf van Nassau genoemd! 1 isto risch N iedorp, informatie blad 201 7 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2017 | | pagina 13